Waar ligt Jeruzalem? (Psalm 122)

(Psalm 122, Jesaja 2:1-5, Matteus16:21-26. Luisterlied: Waar ligt Jeruzalem? – Herman van Veen)

Aankomen op je bestemming is een mooie ervaring. Je hebt een lange vermoeiende reis achter de rug. Uren en dagen ben je onderweg geweest. En dan heb je daar ineens je bestemming in beeld. Zie je daar met je eigen ogen de plaats waar het je om te doen was. Waar je de hele reis naar hebt uitgekeken. Draai je met je auto het parkeerterrein op van je vakantiehuis. En zegt Mw. Tomtom net iets te plechtig: bestemming bereikt.

Dat is het gevoel dat wordt uitgedrukt in die eerste verzen van psalm 122:Verheugd was ik toen ik hoorde: Wij gaan naar het huis van de Heer. Verheugd ben ik, nu onze voeten staan binnen je poorten, Jeruzalem. Deze woorden doen me in het bijzonder terugdenken aan de reis door Israël en Jordanië die we enkele jaren terug maakten met een groep gemeenteleden.We hadden een hele rondreis gemaakt langs vele Bijbelse plaatsen. En na een dag of acht trokken we door de Negev-woestijn, langs de dode zee en kwamen we vanuit het zuiden steeds dichter bij onze eindbestemming: Jeruzalem. De bus moest hard werken om de heuvels van Judea over te steken.En toen we daar het hoogste punt hadden bereikt lag daar ineens in haar volle glorie Jeruzalem. De hele bus zong mee: Jeruzalem dat ik bemin.Wij treden uwe poorten in. Daar staan o Godsstad onze voeten.

Even later stapten we uit boven op de Olijfberg.Daar vlak voor ons zagen we de tempelberg liggen.En vlak naast ons op de Olijfberg was er een groep toeristen die bij gitaarspel een aantal prachtige liederen zong. En even voel je je verbonden met al die mensen die de eeuwen door naar deze stad zijn getrokken om daar hun God te ontmoeten.

Ja het is een vreugdevolle ervaring om deze Godsstad, deze stad van vrede te bezoeken. Een heel aantal psalmen is er speciaal voor geschreven. De zogenaamde Jeruzalempsalmen zoals 48, 84, 87 en dus ook 122. In de volgende verzen wordt er nader ingegaan op de stad. Jeruzalem, als een stad gebouwd, hecht en dicht opeen. Letterlijk staat er: Jeruzalem is een stad die wel samengevoegd is. Joodse uitleggers tekenen er bij aan dat Jeruzalem niet alleen mooi is samengevoegd of gebouwd.Maar ook zelf samenvoegt, verenigt, verbindt. Vandaar dat er in een adem op volgt: Daar ko men de stammen samen, de stammen van de HEER.

Ooit toen Israël het land Kanaän was binnen getrokken was het hele land verdeeld over de twaalf stammen. Iedere stam kreeg zo een eigen leefgebied toegewezen. Maar de stad Jeruzalem werd aan geen enkele stam gegeven. Deze stad zou aan alle stammen toebehoren.Daar zouden zij elkaar ontmoeten en samen hun God dienen. En dat kun je eigenlijk ook wel zeggen van de kerk, de gemeente. Die is niemands eigendom. Daar speelt geen mens de baas. Maakt niet één stam de dienst uit. Is het niet gepast om alles naar je hand te willen zetten. Want de kerk is van de Heer. Daar komt het woord kerk ook vandaan.Van het woordje ‘kuriake’ wat betekent: van de Heer.

Steeds was er de verleiding om verspreid over het land op andere bergtoppen eigen heiligdommen te stichten. Soms ook gewijd aan een eigen godje. En koningen en profeten hebben steeds zich ingespannen om die hoogtes af te breken, die bolwerkjes te slechten. En de stammen opgeroepen om samen te verschijnen voor de Heer op die ene berg die Hij zelf daarvoor had aangewezen: de berg Sion. In die ene stad daarvoor apart gezet: de stad Jeruzalem. Eén heilige berg, één heilige stad, één tempel als symbool van de éne ware God.

Er bestonden in Israël vaak spanningen tussen stammen en tussen stamleiders. Maar in Jeruzalem werden de stammen samengebracht.Daar zongen ze samen de lof van God. Daar ontvingen zij verzoening bij het altaar. En werd je je er weer van bewust dat het belang en de manier van doen van je eigen stam,je kleur, je ligging, je voorkeuren een klein deel is van een veelomvattender geheel. De bonte en veelkleurige kring van Gods huisgezin.En ook die ervaring is nuttig binnen een kerk. Zeker in een veelkleurige gemeente als de onze.Dat we samen delen in Gods genade.En dat er plaats mag zijn voor verscheidenheid, diversiteit.

En als er conflicten waren tussen clans, families of stammen dan werd er in Jeruzalem recht gesproken. Eerlijke rechtspraak waarin aan ieder echt recht werd gedaan.Dat was een belangrijke voorwaarde om de vrede te bewaren. Jeruzalem is wel samengevoegd.Daar komen de stammen samen,de stammen van de Heer.Om Israëls plicht te vervullen.Te prijzen de naam van de Heer. Daar zetelt het gerecht.Daar troont het huis van David.

Op dat vlak van vrede en recht ging het in Jeruzalem nog wel eens mis. Koningen dienen soms meer zichzelf dan het volk.Het recht werd dan verdraaid en juist de meest kwetsbaren werden daar de dupe van. En zonder recht is er ook geen vrede. Dat vrede en recht niet vanzelf spreekt maar iets is waar je om zou moeten bidden.Dat klinkt door in de slotverzen van psalm 122: Vraag om vrede voor Jeruzalem.Dat rust hebben wie van je houden.Dat vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting. Om mijn verwanten en vrienden zeg ik: Vrede zij in jou. Om het huis van de Heer onze God wens ik je al het goede.

In antwoord op dat verlangen naar vrede is een prachtig profetisch visioen geboren. We hebben dat gelezen in Jesaja 2. Over vrede die begint in Jeruzalem.En vandaar uitwaaiert over alle volken. Een omslag in denken en doen waarbij zwaarden worden omgesmeed tot ploegscharen. Zo’n soort tekst staat op de gevel van het gebouw van de VN in New York. Dat is kennelijk een visioen waar de gehele mensheid, de volkerenbond al lange tijd naar uitziet, zich voor inspant. Wie zou niet naar deze vrede verlangen. Dat er in de stad Jeruzalem geen muur meer nodig is. Omdat de haat voorbij is en mensen zichzelf niet langer opblazen. Dat Russen en Oekrainers in vrede leven.In Syrië de wapens worden begraven. Noord-Korea haar strafkampen sluit en in ons eigen land Polen, Marokkanen en Syriers zich echt thuis voelen en volop mogen meedoen. Geen bootjes vol vluchtelingen.Geen handel in vrouwen. Geen onvrede meer in mijn eigen hart. Die vrede in onze wereld lijkt verder weg dan ooit.

Toch is de basis voor deze vrede al wel gelegd. In Christus Jezus onze Heer. Hij trok vastbesloten op naar Jeruzalem om juist daar zichzelf te geven. Als machtig teken van Gods liefde. Om alle onrecht en onvrede, alle haat en verdeeldheid alle zonden en schuld op zich te nemen en weg te dragen aan het kruis.En zo de vicieuze cirkel van het kwaad te doorbreken. Jezus zegt: ik ga naar Jeruzalem. En spoort zijn leerlingen aan om net als hij zichzelf te verloochenen Zijn kruis op te nemen en Hem te volgen. Kom ga met ons, zegt Jezus, en doe als wij.. Vrede begint in je eigen hart. Daar waar je niet langer leeft voor jezelf.Maar je opent voor God en voor de ander.

Herman van Veen schreef ooit een treffend liedje onder de titel: Waar ligt Jeruzalem? Het liedje gaat zo:

Mijn kleinzoon vroeg me op een dag

toen ik wandelde met hem:

“Opa, vertel me alstublieft,

waar ligt Jeruzalem?

Waar ligt, waar ligt Jeruzalem?”

“Waar,” zei ik, “ergens in een sjoel

met diep ontroerde stem

het ‘Kol Nidrei’ gezongen wordt,

daar ligt Jeruzalem.

Daar ligt, daar ligt, Jeruzalem.

Waar het gezin dat sjabbes viert

in Bonn of Nottingham

zijn kippensoep in vrede eet

daar ligt Jeruzalem.

Ook waar men ‘t groot verdriet herdenkt

dat snap je later wel,

ook daar, Sam, ligt Jeruzalem,

maar niet, maar niet in Israël.”

De strekking is u wel duidelijk. Jeruzalem is niet alleen een plek op de landkaart. Jeruzalem is niet alleen een kwestie van aardrijkskunde. Jeruzalem, dat staat symbool voor een leven in recht en vrede. Jeruzalem dat ligt daar waar God en mensen tot hun recht komen. In Psalm 122 proeven we het verlangen van een Joodse pelgrim die bidt dat er vrede en recht zal zijn juist ook in de stad Jeruzalem. Als christenen mogen we dat van harte met hen meebidden. Dat de stad Jeruzalem een veilige plaats is voor Jood en Arabier, Voor kolonist en Palestijn, voor moslims en christenen.

Tegelijk is ons perspectief vanuit het Nieuwe Testament verbreed. Jezus heeft in het Jeruzalem van zijn tijd veel geproefd van weerstand en verzet tegen het appél van Gods liefde. Zozeer dat toen hij de stad voor de laatste keer binnentrok Hij uitbarstte in een hartverscheurend huilen. En ook met de tempel in Jeruzalem had Jezus een haat-liefde verhouding. Als jonge jongen was hij nergens liever dan juist in de tempel in de kring van rabbijnen. Als volwassen man zag hij scherp de misstanden veegde hij de tempel schoon en voorzag hij dat van deze tempel geen steen overeind zou blijven staan. Hij presenteerde zichzelf als de nieuwe tempel. Die in drie dagen zal worden afgebroken en weer opgebouwd.

In Johannes 4 vraagt een Samaritaanse vrouw aan Jezus wat nu dé heilige plek is bij uitstek: Is dat de berg Cherizim of is dat Jeruzalem? Jezus zegt dan: Geloof me, er komt een tijd dat jullie nog op deze berg nog in Jeruzalem de vader zullen aanbidden.Er komt een tijd en die tijd is nu gekomen dat wie de Vader aanbidt Hem aanbidt in Geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden. Daarmee laat Jezus zien het God niet gaat om gebouwen en stenen maar om Geest en waarheid. Om het hart.

Langs die lijn denkend noemt Paulus in 1 Korintiërs 3 de christelijke gemeente de tempel van de Geest en in Galaten 4 zelfs: het hemelse Jeruzalem. Zoals ook Jezus zijn leerlingen al aanduidde met: Een stad om een berg, het licht van de wereld. We mogen van harten blijven geloven en verwachten dat het Joodse volk een bijzondere plaats heeft in het hart van God. En dat God trouw blijft aan wat Hij Israël heeft beloofd. Dat Jeruzalem onze voorbede verdient.En dat het om allerlei redenen een heel bijzondere stad is en ook altijd zal blijven.

Tegelijk leren we van Jezus dat Gods koninkrijk in Christus Jezus niet langer verbonden is aan welk gebouw of welke stad dan ook. Dat Gods koninkrijk gestalte krijgt in ieder hart waar Hij koning mag zijn en iemand Hem van harte volgen wil. Daar wordt iets zichtbaar van recht en vrede van het goede leven zoals God het bedoelde. Daar, daar ligt ‘Jeruzalem.’


Presentatie: