Vrucht van de Geest
(Galaten 5: 13-25)
Gaan voortrouw.nl
Het was tien jaar lang niet gelukt. Maar eindelijk hadden ze het dan toch voor elkaar. Bij het TV-programma De Wereld Draait Door. In één van de laatste afleveringen van dit seizoen zat er dan toch een SGP-er aan tafel. En het was nog wel de leider zelf: Kees van der Staaij. Ze zouden het gaan hebben over een onderwerp waar je bij de VARA de handen niet voor op elkaar krijgt.
De SGP protesteert al enige tijd tegen datingsites als ‘second love’. Waarin je als getrouwde man of vrouw wordt aangemoedigd om heel bewust en actief op zoek te gaan naar een tweede liefde, buiten je huwelijk. En nu heeft de SGP een tegencampagne opgezet: De campagne ik ga voor trouw. Het plan is om onder meer grote billboards te plaatsen langs snelwegen en op stations, waarin we worden opgeroepen om te kiezen om trouw te zijn in je relatie.
Prem
En die avond was een van de andere gasten aan de tafel bij DWDD, de advocaat en programmamaker Prem Radhakishun. Prem staat niet bepaald bekend om zijn genuanceerde uitspraken. En Van der Staaij had nog maar nauwelijks iets gezegd of Prem ging helemaal los op hem. Wat hij allemaal precies uitkraamde weet ik niet meer. Maar wat me trof in dat gesprek was het verschil in uitstraling tussen Kees van der Staaij en Prem Radhakishun. Prem had duidelijk maar één bedoeling: De vloer aan vegen met de SGP en met deze campagne. En van der Staaij tot op de grond toe af te branden en hem alle hoeken van de studio te laten zien. Prem kreeg in dit gesprek iets agressiefs over zich, hij kwam vijandig over, onbeheerst, grof en lomp. Je kon het allemaal van zijn gezicht af lezen. En het maakte hem niet tot een mooier mens.
Van der Staaij
En wat me raakte was de manier waarop van der Staaij er op reageerde. Hij stond zijn mannetje en liet zich niet van de wijs brengen. Hij hield zich staande in al dat verbaal geweld. Hij liet het allemaal rustig over zich heen komen. Zijn opstelling was scherp maar niet onbeheerst. Zijn gezicht bleef open en vriendelijk en beschaafd. Er zat voor mij iets zuivers in, iets van goedheid. Het stond hem goed, het sierde hem. Het maakte hem in dit gesprek tot een mooi mens.
Clash van levensstijlen
Nu gaat het er mij niet om, om Prem af te schrijven en Van der Staaij op te hemelen tot een halve heilige. Ik ken deze mensen verder ook niet. Het ging daar in die studio van DWDD wat mij betreft over meer dan deze twee mensen. Het had iets van een clash tussen twee manieren van leven. Aan de ene kant een leven vanuit je instincten, vanuit je buik, je natuur, vanuit je verlangens en begeerten, vanuit je ego, je ik. Voor het oog van een miljoenenpubliek zei Prem: Als ik moet kiezen tussen mijn eigen vrouw en seks. Als mijn vrouw mij op dit terrein niet genoeg meer biedt dan haal ik dat zeker te weten bij een ander. Dan ga ik voor seks met een ander. En van der Staaij plaatst daar tegenover een leven vanuit je waarden en overtuigingen. Vanuit dat waar je met en hart ziel in gelooft.
Vlees en Geest
Het zijn twee manieren van leven die je elke dag tegenkomt. En dan niet alleen bij een ander, maar vooral ook bij jezelf. Paulus noemt het één: leven vanuit je vlees en het ander: leven door de Geest. Vlees en Geest, het zijn de twee bronnen waaruit je kunt drinken. Vlees en Geest, het zijn twee delen van je bestaan die je kunt voeden. Vlees en Geest, ze vechten samen om het in je leven voor het zeggen te hebben. Vlees en Geest, we komen ze vanmorgen tegen in onze lezing uit Galaten 5.
Geroepen om vrij te zijn
In deze brief van Paulus aan de Galaten draait het om één woord: vrijheid. Zo begint ook onze lezing van vanmorgen: Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. En dat valt kennelijk nog niet mee: om echt vrij te zijn. Steeds opnieuw en op verschillende manieren lijken christenen toen en nu hun vrijheid te verspelen.
Wetticisme
Je komt onder gelovigen altijd weer mensen tegen die zichzelf en elkaar allerlei regels en wetten willen opleggen. Allerlei voorwaarden waaraan je moet voldoen voordat je jezelf mag beschouwen als een kind van God.
Leven van genade.
Paulus moet daar helemaal niets van hebben. En juist in deze Galatenbrief keert hij zich heel fel tegen dat wettisch denken. Het punt dat hij maakt is dit: Beste vrienden, wat Jezus voor ons heeft gedaan, Zijn sterven en opstaan, Zijn genade, dat is voor eens en voor altijd genoeg. Wanneer dringt het eens tot jullie door dat wij echt helemaal niets kunnen doen om Gods liefde voor ons groter te maken. En dat we ook niets van wat wij doen Gods liefde voor ons zal kunnen verminderen. We zijn echt weg uit het diensthuis van de wet. Egypte ligt voorgoed achter ons. We zijn geen slaven meer. En we hoeven dat ook nooit meer te worden. We mogen iedere dag van ons leven heel bewust en voluit leven in de vrijheid van de kinderen van God. Bevrijd van een last van regeltjes. Bevrijd van krampachtigheid. Ontspannen en dankbaar leven van Zijn genade.
Hek van de dam
Maar: ik zei het al, het valt nog niet mee voor ons mensen om echt vrij te zijn. Er zit in ons iets wat die nieuwe vrijheid al weer snel verspeelt en kwijt raakt. En dat gebeurt als je deze christelijke vrijheid ziet als een vrijbrief om helemaal je eigen gang te gaan. Je moet niets meer hebben van dat benauwde. Je hebt afstand genomen van dat krampachtige. En je bent helemaal klaar met dat muggen gezift over regeltjes. En al snel is het hek dan ook helemaal van de dam. Het moet toch ook kunnen in deze tijd. We zijn immers vrij…. Nou dan!
Vast aan jezelf
Maar als je je zo opstelt, dan heb je van de vrijheid van het evangelie toch nog niet zoveel begrepen. Je zet je af tegen alles wat hen van buiten af wordt opgelegd. Maar voor je het weet zit je opnieuw vast. Nu niet aan regeltjes, maar aan je eigen verlangen. Je eigen begeerten, je eigen hart. Je vrijgevochten leventje gaat al snel helemaal draaien rond jezelf. Wat je zelf fijn vindt en leuk en gezellig. Wat jij nodig hebt.
Nooit genoeg
Je raakt zomaar verstrikt in een web van ongeremdheid, onbeheerstheid. Het is dan ook niet snel genoeg. Altijd verlang je naar meer, naar beter, naar sneller, naar comfortabeler, naar luxer, naar mooier, naar jonger, naar veiliger. En in zo’n klimaat woekert het onkruid van hebzucht, ontevredenheid, begeerte, jaloezie en onrust, heel veel onrust.
Vrij van en vrij tot
Kijk, zegt Paulus, echte vrijheid heeft altijd twee kanten. We zijn niet alleen vrij en bevrijd van iets: Vrij van het juk van de wet, van het diensthuis, van de slavernij. We zijn ook vrijgemaakt tot iets. Vrij om lief te hebben. Vrij om te leven voor de ander. Vrij tot dienstbetoon. Vrij tot een heel nieuw bestaan. Vrij voor de Geest.
Van slaafs naar vrij
En dan zijn we bij het thema van deze dienst. De Geest van God is er op uit om ons van binnenuit te veranderen. Om ons te vormen en te kneden tot mensen die zich niet langer gedragen als slaven, maar echt door en door vrij zijn. Mensen die van elkaar houden. Mensen die blij zijn en in vrede leven. Geduld hebben en goed zijn voor elkaar. Mensen die trouw zijn en zachtmoedig. Mensen die hun grenzen kennen en zichzelf weten te beheersen.
Vrucht van de Geest
En dat proces van karaktervorming, van innerlijke verandering, dat heeft tijd nodig.
Je kunt het vergelijken met een vrucht die heel langzaam groeit en rijpt. De vrucht van de Geest. Geen losse vruchten dus maar één vrucht van dezelfde Geest die het allemaal meebrengt en het in ons leven wil laten groeien. Liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Geheim van de groei
Tegenover de werken van het vlees waar je als mens voor moet ploeteren en jezelf uitputten, om het allemaal binnen te harken, plaatst Paulus hier de vrucht van de Geest die ons mag uitgroeien. Die groei is het geheim, het wonder van de Geest. Dat is wat God wil geven. Dat is wat God wil uitwerken. Dat is de Godfactor.
Nee zeggen
En de mensfactor, wat wij mogen bijdragen aan dit hele proces is vooral: ruimte geven. Dat betekent aan de ene kant opruimen wat de groei in de weg staat. Onkruid uittrekken dus, snoeien. Of in de taal van Galaten 5: Je oude natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis slaan. Door je oude leven een kruis zetten. Dat deel in je niet te vriend houden. Op beslissende momenten nee durven zeggen. Je oude bestaan los willen laten.
Ja zeggen
Ruimte geven heeft anderzijds ook te maken met ja zeggen. Ja tegen een nieuw bestaan. Zorgen dat er voor de vrucht van de Geest voldoende water is en voeding, zonlicht en zuurstof. Dat heeft te maken met waar je je geest mee voedt. Met waar je naar kijkt, waar je naar luistert, wat je leest.
Twee namen
Wij mensen, wij bestaan ons leven lang uit vlees en Geest. Uit onze oude natuur en ons nieuw bestaan. Om dit te benadrukken dragen mensen in de Bijbel soms twee namen. Een oude naam en een nieuwe naam. Jakob én Israël, Simon én Petrus, Saulus én Paulus. En iedere dag is het de vraag welke van de twee de boventoon mag voeren.
Kleine dingen
En dat wordt zichtbaar in hele gewone, hele kleine dagelijkse dingen.
- Als morgen je wekker gaat, dan kun je er uit gaan zodat je nog wat tijd hebt om rustig de dag te beginnen met God. Of niet.
- Als je je smart Phone aanzet kun je je instagram, ninegag en facebook nog even laten voor wat het is, en eerst even je momentje pakken met God. Dagelijks woord – bidden onderweg of zo iets. Of niet.
- En als je de bus in stapt en iedereen gromt wat bij de chauffeur, of hem even aankijken en heel bewust vriendelijk groeten. Of niet.
- Als de caissière per ongeluk teveel geld terug geeft dan kun je eerlijk zijn en het zeggen. Of niet.
- En als je ’s morgen een vriendin spreekt die jou vertelt over iets waar ze het heel moeilijk mee heeft, dan kun je haar aanbieden om voor haar te bidden. Of niet.
- Als je op een receptie bent kun je in plaats van de belangrijkste en meest interessante gast op te snorren, heel bewust gaan zitten naast iemand voor wie niemand anders oog lijkt te hebben. Of niet
Niet te stoppen
Elke dag heeft van die momentjes. En als ik daar dan trouw in ben. In de kleine keuzes van elke dag, God zoek, handel in de stijl van Jezus, goed ben voor de ander, dan groeit en rijpt in mij de vrucht van de Geest. Langzaam maar niet te stoppen.
Goudsmid
Het werk van de Geest in mij heeft wel iets weg van een goudsmid. Die het goud verhit en smelt en er dan steeds weer wat schuim, wat dros uit weg schept. En hij is pas tevreden als het goud zo zuiver is, dat hij er zijn eigen gezicht in weerspiegelt ziet. Zo blijft de Geest aan mij werken en zoekt er naar om mij steeds meer te laten lijken op Jezus. Dat ik steeds iets helderder de trekken van Jezus weerspiegelt zie. Jezus karaktertrekken ga vertonen. Zijn liefde, zijn vreugde, Zijn vrede, Zijn geduld, Zijn vriendelijkheid, Zijn goedheid, Zijn geloof, Zijn zachtmoedigheid, Zijn zelfbeheersing. Je leven wordt er niet per se gemakkelijker op of eenvoudiger. Maar je wordt er beslist een mooier mens van. Amen