Stromen op het droge (Jesaja 44,3)


Ik zal water uitgieten op dorstige grond, w
aterstromen over het droge land.(Jesaja 44,3)

Ik lig even braak, een zin van schrijfster Franca Treur. Ik lig even braak. Franca schreef het in een column waarin ze het heeft over een z.g. writers-block. Dat de energie er niet is, de inspiratie ontbreekt, je geen letter op papier krijgt, zelfs niets leest. Het is ingewikkeld, legt Treur uit, als je zelf droog staat en je om je heen allerlei andere schrijvers ziet die wel productief zijn, boeken uitbrengen, aandacht krijgen, genomineerd worden, prijzen winnen.

De stad waar het wemelt van schrijvers en kunstenaars kan haar dan enorm gaan benauwen. Sinds kort ontvlucht Franca Treur Amsterdam en trekt ze zich terug op een volkstuintje met een heel klein schrijfhuisje, geen internet en in geen velden of wegen een collega te bekennen. Van schrijven is het nog niet gekomen, maar er is daar wel veel te doen in de tuin. Alle planten schieten tegelijk uit de grond. De laatste zin van haar column is: ik verlies niets met wachten denk ik. Ik lig even braak.

Ik lig even braak. De term komt uit de landbouw. Als de grond uitgeput dreigt te raken kun je het een poos onbezaaid laten. In de tijd dat het land braak ligt wordt het dan een aantal keer geploegd en geëgd om de toplaag te breken, de grond losser te maken. In de Thora werd als regel ingesteld om ieder zevende jaar het land braak te laten liggen. Als een periode van herstel.

Ik lig even braak. Zo kun je je voelen als je te lang overbelast bent je geweest. Dan raak je op den duur uitgeput, droogt je bron op, verlies je je vreugde,lichamelijk, mentaal, voel je je dan als zo’n stuk grond dat door allerlei seizoenen is heen gegaan.Er is zeg maar geploegd, gezaaid en geoogst. Maar nu even niet: nu lig ik even braak.

Ik lig even braak, dat kan ook je geestelijke toestand zijn. Je leven als christen, je wandel met God kan ook droog staan, onvruchtbaar aanvoelen. Zoals David in psalm 63: God, u bent mijn God, u zoek ik, naar u smacht mijn ziel.Naar u hunkert mijn lichaam, in een dor en dorstig land, zonder water.

Braakliggen kan ook nog wat specifieker gelden.Dat je op een bepaalde manier tekort komt. Dat je de ander meer tot zegen zou willen zijn thuis, op je werk, in je gemeente.Bijvoorbeeld als het gaat om bepaalde vrucht van de Geest,liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.Dat je verlangt naar een specifieke gave van de Geest. Naar meer overtuiging, Geestkracht, bezieling.Dat er meer van Jezus in jouw leven zichtbaar zal zijn en dat bij anderen om je heen ook meer gaat doen

Soms geldt zo’n tijd van braak liggen, zo’n woestijnperiode. Voor een heel volk, een tijdvak, een generatie. De jonge Samuël leeft bijvoorbeeld in zo’n tijd: in 1 Samuël 3 lezen we: er klonken in die tijd zelden woorden van de Heer en er braken geen visioenen door.

En ook iemand als Jesaja ervaarde zijn tijd als een periode van geestelijke droogte. De tempel verwoest, het land onteerd, de toplaag van de bevolking naar Babel gedeporteerd, niet gek dat juist bij Jesaja het beeld van de woestijn, de wildernis, de steppe naar boven komt.

Franca Treur schrijft het nogal luchtig: ik lig ‘even’ braak. Maar voor Jesaja en zijn tijdgenoten Valt dat ‘even’ nog te bezien. Velen vrezen dat het nooit meer echt wat zal worden. Dat er geen einde zal komen aan de droogte. Alles braak zal blijven liggen. Loos, leeg, onvruchtbaar. Vooral omdat het hen niet zomaar is overkomen. De droogte is het gevolg van een manier van leven waarin er voor God geen ruimte meer overbleef. Vervlakking, vervreemding, geestelijke kaalslag.

En dan is daar midden in de leegte en droogte de belofte van God waarmee Jesaja de mensen toen en ons nu bemoedigt: Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land. Bij Jesaja en ook breder in de Bijbel komen we dat beeld van water vaak tegen. Water als beeld voor wie God wil zijn.

Voor ons spreekt dat beeld misschien wat minder. In ons koude, natte kikkerlandje regent het veel en vaak.We zijn een volkje van regenpakken en paraplu’s.Van waterkeringen, dammen en dijken. Alles is er op gericht om het droog te houden. Niet zozeer om nat te worden.

Maar in het Midden-Oosten is dat heel anders. Het grootste deel van het jaar valt er geen druppel. En als het dan begint te regenen geeft dat een ware metamorfose.In de droge, dorstige grond liggen allerlei zaden verscholen en het hoeft maar een dag te gaan regenen of keiharde grond wordt zacht en opent zich.Kale droge vlaktes veranderen in no-time in groene streken.Alles loopt uit en begint te groeien. Water brengt de natuur tot leven

Water heeft ook een reinigende werking. In Libanon woonden we als gezin in bergachtige gebied en als het dan ineens begon te plenzen, veranderden de bergwegen in woest stromende rivieren.Die eerste buien waren voor het verkeer gevaarlijk.Olieresten op het wegdekken kwamen dan los en het was dan gevaarlijk glad. Ja die eerste regen spoelde alles schoon en nam wat overtollig was mee in de stroom.

Water brengt ook verfrissing. De vuile smoglaag die over de stad hing verdwijnt.De broeierige stoffige muffe hitte in de straten en maakt plaats voor andere frisse lucht en de geur van bloemen en planten verspreidt zich op een intense manier. Zo zorgt het water van de regen er voor dat alles er anders uit begint te zien enders aanvoelt, anders ruikt. Zoals zo mooi beschreven staat in Hooglied 2: Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt.

Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land. Zoals water zuivert en reinigt, leven brengt en groei,zo, zegt God, zal ik mijn Geest uitgieten. Water kan op allerlei manieren komen. Als een enorme plensbui, een stortbad of een woeste sterke stroom. Maar ook als een heel fijne mist, een heel zachte, milde motregen. Als een kletterende waterval, een hoog opspuitende fontein maar ook als de morgendauw, een zachtkabbelende rivier, een onderdompeling of een verborgen bron die diep van binnenuit opwelt en nooit meer stopt. Deze heel verschillende gestalten van water kunnen tot hetzelfde resultaat leiden: dat je er door en door nat van wordt. Kijk, zegt de Heer, zo wil ik jouw leven, jouw bestaan doortrekken, vervullen, dopen met mijn Geest.

Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land. Dat uitgieten, die waterstromen. Ze geven iets aan van de overvloed van Gods hart. En juist in dat overvloedige, dat gieten en stromen wordt er iets doorbroken, komt er iets in beweging. Dat zich rondom verspreidt en waar ieder door wordt meegenomen. Het heeft een kracht, een intensiteit.Het is zo ook een teken van de glorie van God.

De uitwerkingen zijn veel en velerlei.Jesaja ziet mensen groeien in overtuiging en vrijmoedigheid.De een zal zeggen: ik hoor bij de Heer en de ander schrijft het op zijn hand: van de Heer. Petrus ziet mensen die ook groeien in ontvankelijkheid.Jonge mensen die profetische woorden en beelden ontvangen en doorgeven. Oudere mensen die Gods spreken ontvangen in droomgezichten. Het boek Handelingen beschrijft een ware geestelijke lente, een opwekking zoals die zich door de tijden heen op velerlei manieren heeft herhaald. Velen komen tot geloof, er is onderlinge liefde en saamhorigheid.Mensen worden genezen en bevrijd van wat hen bindt.Kortom: de vruchten en gaven van de Geest zijn overal zichtbaar

Zulke uitgietingen en stromen zullen er steeds weer zijn. In het boek Handelingen in de geschiedenis van kerk en zending.Tot op de dag van vandaag. Oplevingen, opwekkingen, groepen en individuen die krachtig worden aangeraakt en vernieuwd door een uitgieting, aanraking van de Geest.

Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land. Opvallend is dat net voor deze belofte de Heer zegt: wees niet bang. Wat is het waar ik bang voor ben? Dat ik zal worden overgeslagen? Ik teveel steken heb laten vallen? De Heer mij voorbij zal gaan, braak zal laten liggen? Anderen zal kiezen die geschikter zijn, geestelijker, ontvankelijker, dorstiger? Merk op dat er staat: waterstromen over droge grond. Droog, zonder dorst, gewoon.

In Jesaja 44 worden heel bewust drie namen gebruikt: Jakob, Israël en Jesurun. Jakob staat voor het oude donkere bestaan.Waarin alles draaide om hemzelf. Israël, dat is het nieuwe leven,de strijder, de worstelaar die verlangt en zich uitstrekt naar een nieuw begin, naar zegen. Jesurun, dat betekent: de oprechte, de rechtvaardige. Dat is zoals God mij bedoelt, dat is mijn bestemming.

Mooi, dat ze hier alle drie in één adem worden genoemd. En dat God als hij naar ons kijkt, deze drie dimensies ziet: Jakob: onze schaduwzijde, onvermogen, tekortschieten.Israël: dat deel in ons dat verlangt naar een nieuw begin. Jesurun: ons leven in zijn meest zuivere, krachtige bezielde vorm. En zo kijkt God naar ons. Hij neemt ons aan zoals we zijn, en hij wekt in ons wie wij mogen worden.

En zo neemt hij ons in zijn dienst. Het staat er tot twee maal toe: mijn dienaar. Ja, God heeft ons op het oog om hem te dienen en daartoe wil hij ons leven vernieuwen met zijn Geest. Op pinksteren is beleving, ervaring geen doel op zich. God giet zijn Geest uit zodat mensen hem met meer overtuiging, Geestkracht en vrucht kunnen dienen. En wie gehoorzaam is aan de opdracht die God geeft zal altijd de ervaring opdoen dat God zijn Geest dan geeft. Wees niet bang, mijn dienaar Jakob,Jesurun, die ik heb uitgekozen. Dit zegt de Heer, die jou gemaakt heeft en al in de moederschoot gevormd en die je ter zijde staat: Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land.

Ben ik bang dat anderen de zegen zullen missen? Mijn kinderen, kleinkinderen die hier niet zijn.Andere wegen zijn gegaan. Af zijn gehaakt. Dat mijn nageslacht geestelijk braak zal blijven liggen. Dat het stopt en niet meer verder gaat in mijn familielijn. Hoor hoe zowel bij Jesaja als bij Petrus er specifieke beloften worden uitgesproken over de volgende generaties: Wees niet bang: Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen. Zij zullen ontkiemen tussen het gras,uitbotten als wilgen langs het water, zeggen, ik hoor bij de Heer op zijn hand schrijven: van de Heer en tooit zich met de naam Israël. Jongeren zullen gezichten zien en profeteren.

Gemeente, hoe ligt uw leven er bij? Wat heeft u nodig om te groeien, overvloediger vrucht te dragen? Israël kent de vroege regen en de late regen. De vroege regen valt in Israël in het najaar en is nodig om het land bouwrijp te kunnen maken. Gewassen te laten ontkiemen. De late regen valt in het voorjaar en geeft de gewassen voldoende vocht om de lentewarmte te kunnen doorstaan en zo tot volledige rijping te komen.

Jakobus bemoedigt ons in 5,7:“Heb geduld broeders (in tijden van droogte) totdat de vroege én de late regen gevallen is”. De Heer wil komen als de regen op Zijn akker en zijn akker, zegt Paulus, dat zijn wij (1Cor.3:9). Houd dus geduldig vol tot Zijn volle aanwezigheid er is, tot de vroege én de late regen ook op u is gevallen! Voor sommige is het misschien nu de tijd van de vroege regens, tijd van de eerste liefde, tijd van ontkiemen, wortelschieten uitlopen, opgroeien. Anderen mogen meer uitzien naar de late regen die de vruchten van de Geest rijp en zwaar gaan maken. U tot uw volledige bestemming zullen brengen.

In Jesaja 58,11 lezen we als bemoediging: De HEER zal je voortdurend leiden, hij zal je verkwikken in dorre streken, hij maakt je botten sterk en krachtig. Je zult zijn als een goed bevloeide tuin, als een ​bron​ waarvan het water nooit opdroogt.

De woorden uit Jesaja 44,3 zijn een belofte. Een belofte van de levende God die nog nooit één van zijn beloften heeft gebroken. En de enige passende reactie op een belofte is een gebed: een gebed om vervulling. Vervul deze belofte vandaag, hier en nu. Vervul deze belofte voor ons land, ons dorp. Vervul deze belofte ook in onze gemeente en ook voor mij. Giet uw Geest dan uit over ons dorstige leven. Laat het stromen over ons droge land.


Presentatie: