Leven in het Koninkrijk (7): Lust of liefde

(Matteüs 5, 27-30)

Het is best een stevige uitspraak van Jezus vindt u niet? Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. En ik hoor je al denken: Zie je wel, daar heb je het weer. Toch weer dat bekrompene dat geen ruimte laat om te genieten. Dat vingertje, het oordeel, het dreigement. Dat je de kans loopt in de hel te belanden.Zelfs als je alleen nog maar een ondeugende gedachte zou hebben.Is Jezus eigenlijk toch niet ook zo’n moralist die de lat onmenselijk hoog legt en ons zo opzadelt met een levenslang schuldgevoel?

En inderdaad, als je deze uitspraak zo op het eerste gezicht leest kun je zomaar in de kramp schieten. Je komt dan in de buurt van de manier van denken van hyperorthodoxe Joden of moslims. Mannen en vrouwen bewegen zich zoveel mogelijk in aparte werelden. In het openbaar verbergen vrouwen hun haren onder pruiken of hoofddoeken.Zij verbergen hun gezichten onder een sluier en bedekken hun vrouwelijke vormen door lange rokken en vormloze gewaden. Om toch maar vooral niet op de verkeerde gedachten te komen. Is dat waar Jezus hier op aan stuurt?

Ik denk van niet. Dat krampachtige, dat preutse dat kom je in de Bijbel niet tegen. Al op de eerste bladzijden zingt een naakte man een loflied op het lichaam van zijn naakte vrouw in aanwezigheid van God zelf die hen heeft gemaakt. En een boek als Hooglied beschrijft zo open de lichamelijke aantrekkingskracht tussen geliefden en het bedrijven van de liefde dat je er rode oortjes van zou krijgen. Intimiteit en seksualiteit horen voluit bij het goede leven zoals onze Schepper dat voor ogen had toen hij de wereld maakte.

En het is ook niet wat Jezus hier zegt. Hij zegt niet: wie naar de ander kijkt heeft in zijn hart al overspel gepleegd. Jezus was voor zijn tijd eigenlijk opmerkelijk vrij in zijn omgang met andere vrouwen. In de kring van zijn leerlingen nam hij zowel mannen als vrouwen op. Tot zijn meest intieme vrienden behoorden ook vrouwen zoals Martha en Maria. Jezus ging zelfs om met vrouwen van lichte zeden en ook in het openbare domein voelde hij zich vrij om lange tijd één op één met een vrouw te spreken. Een buitenlandse nog wel, bij de bron van Sichar. Jezus is geen krampachtige moralist.Hij was juist een heel ontspannen open en vrij mens.

Wat Jezus wel zegt is dit. Wie naar de ander kijkt om te begeren heeft in zijn hart al overspel gepleegd. En daarmee valt het woord begeerte, of lust. Lust is vooral sterk op jezelf gericht. Je ziet de ander als een voorwerp, een object. Als iets dat je kunt nemen en bezitten en gebruiken. Begeren heeft iets in zich van grijpen, van pakken, van veroveren. In onze samenleving wordt deze manier van kijken naar de ander dagelijks op talloze manieren gevoed en bevestigd. Reclame-uitingen, popliedjes, boeken, films, series enz. enz. Ze houden ons een beeld voor van hoe je er uit zou moeten willen zien en ook met welke blikken je naar elkaar mag kijken.

En nu zegt Jezus dit: wie naar de ander kijkt om te begeren heeft in zijn hart al overspel gepleegd. Jezus legt met deze uitspraak de vinger op een zere plek. Hij maakt duidelijk dat de manier waarop ik kijk is verbonden met mijn bedoelingen en begeerten. Dat onze blikken weerspiegelen wat er leeft en omgaat in ons hart. Dat uw, jouw en mijn ogen de spiegel zijn van onze ziel.

Waar Jezus ten diepst de vinger bij legt is dit. Er zit in het menselijke hart een intense dorst, een sterk verlangen.Een verlangen, een hunkering, een leegte… En het tragische is dat wij mensen proberen om op allerlei manieren die honger te stillen, die dorst te lessen.Voor de een is dat geld en goed, voor een ander macht en aanzien.Nog weer een ander zoekt het in de kick van extreme spanning en vaak zoeken we het ook in onze relaties, onze vriendschappen.In ons liefdesleven. In romantiek, in erotiek, in lichamelijke liefde, in seks

Jezus kwam dit gedrag tegen bij die Samaritaanse vrouw. Die al vijf mannen had gehad en nu aan de zesde was begonnen. En Jezus ziet waar dat gedrag in haar leven uit voortkomt. En zegt dan: ieder die van dit water drinkt zal weer dorst krijgen. Maar wie het water drinkt, dat ik hem geef zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik hem geef zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.

De diepste dorst van je hart kan nooit worden gelest door je partner, door de persoon op wie je verliefd bent of van wie je zielsveel houdt. Of door welke relatie of welke vriendschap dan ook. Die dorst, die honger, die leegte, die schreeuw.Die kan alleen worden vervuld door Christus zelf. Die zegt: laat wie dorst heeft, bij mij komen en drinken. Wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

Als je je dorst laat lessen door Christus. Dan ga je ook anders staan in je huwelijk of relatie. En leer je ook met andere ogen te kijken naar de mensen om je heen. Als een vrij mens kun je volop genieten van hoe mooi, hoe charmant en hoe aantrekkelijk die ander is.En je hoeft niet meteen te schrikken van aantrekkingskracht of van gedachten of verlangens die in je hoofd en hart naar boven kunnen komen. Ze horen bij het leven. Ze mogen er zijn.

Maar je hoeft die ander niet langer te zien als een lustobject dat je wilt grijpen en bezitten en gebruiken. Je leert die ander te zien als een levend kunstwerk waar je voorzichtig, respectvol en eerbiedig mee om gaat. Je leert naar die ander te kijken met andere ogen. Niet langer met de ogen van een wolf, een rover. Maar met de ogen van God zelf. Want die ander is een mens door God geschapen. Een mens voor wie Christus is gestorven. Een mens die bedoeld is als een tempel van Gods Geest.

Wanneer je merkt dat in je kijk op de ander lust en begeerte naar boven komt borrelen. Dan helpt het om niet alleen te kijken naar hoe die ander er uit ziet. Niet alleen je aandacht te richten op het uiterlijke, het lichamelijke. Wat helpt is om die ander vooral te blijven zien als een compleet mens.Een persoon die verbonden is met andere mensen. Met ouders, met familie, met vrienden. Iemand met een baan en een huis en met bezittingen. Een mens met behoeften, met moeilijkheden en zwakheden. Zoals ieder ander mens. Zoals jij zelf. Het is wel opvallend dat in het denken vanuit lust of begeerte we dat persoonlijke van die ander er juist snel afhalen. Door over die ander te spreken en te denken als een ‘lekker’ ding, een ‘stuk’, een ‘stoot’, een ‘spetter’ of zelfs ‘een lekker dier’.

Als je worstelt met lust en begeerte helpt het ook om vooruit te denken. Jezelf de vraag te stellen: als ik stappen blijf zetten op het pad dat ik nu ga in mijn omgang met die ander.Waar brengt dat mij dan? In welke situatie kom ik dan terecht? Wat is de prijs die ik en die ander dan betaal? En is het me dat waard? Jezus zegt er ook drastische dingen over. Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt.Ruk het dan uit en werp het weg. En als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt.Hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.

Toegeven aan begeerten, leven vanuit lust heeft de potentie in zich om je hele bestaan te vernietigen. En, zegt Jezus, zo belandt je uiteindelijk in de Gehenna. De vuilnisbelt buiten de muren van Jeruzalem. Een plaats waar dorst nooit wordt gelest en honger nooit wordt gestild. En je leven niet tot haar bestemming komt. Waar je eindigt op een dood spoor.En je levensvreugde verschrompelt, en vergaat.

U begrijpt dat het afhakken van ledematen niet letterlijk is bedoeld.Met het amputeren van een hand of een oog is de lust nog niet weg.Het is wel een aansporing om radikale keuzes te maken. Waar kijk je naar? Wat lees je? Met wie ga je om? En als iets je denken vervuilt en je blik vertroebelt.. Trek dan de stekker er uit!! Kap er mee!!

Maar kappen alleen is niet genoeg. Je overwint het kwade vooral door het goede. Begeerte en lust verliezen hun grip op je als je je identiteit zoekt in Christus. Hij verdient in ons leven de centrale plaats. Er zit een gat, een leegte in ons hart die alleen Hij kan vervullen. Hij lest onze dorst, Hij stilt onze honger Hij geeft ons een diepe vreugde en vrede. Als je dat geheim ontdekt en beleeft. Dan hoeft geen ander mens voor jou die leegte te vullen. Hoe boeiend, hoe sympathiek,hoe charmant, hoe aantrekkelijk, hoe mooi die ander ook is.

Gezegend de handen die niet langer nemen, graaien en grijpen.Maar vooral willen geven, zegenen, dragen, beschermen.Gezegend de ogen die de ander niet langer verslinden.Of uitkleden als een wolf of een rover.Maar die leren naar de ander te kijken met de ogen van God. Gezegend de mens die de vrede van Christus kent. Gezegend het hart waar Christus Koning is. Amen.



Presentatie: