Leven in het Koninkrijk (6): Zelfbeheersing of mateloosheid

Hebt u iets met zelfbeheersing, met discipline? Ik denk dat velen van ons zullen zeggen: Natuurlijk is zelfbeheersing iets belangrijks. Je kunt niet leven vanuit impulsen. Iets doen vanuit een opwelling is meestal niet zo verstandig. We leren het ook onze kinderen: denk eerst even na voordat je iets besluit. Mijn volgende vraag is dan: is zelfbeheersing ook van belang in uw leven als christen? Hoort discipline voor u bij een christelijke levensstijl?

Wellicht dat sommigen nu wat aarzelen. Misschien dat u denkt: mijn geloof draait meer om dankbaarheid, blijdschap en vrijheid. Vroeger lag er teveel nadruk op wat niet mocht.Of op wat juist wel moest. Maar gelukkig heb ik dat achter me mogen laten. En dat woord discipline, dat doet me teveel daaraan denken. Het klinkt zo militaristisch, zo dwingend, zo streng… Juist in onze tijd kom je ook veel mensen tegen die het helemaal gehad hebben met zelfbeheersing. Zij hebben het veel liever over zelfexpressie. Doe de dingen op je gevoel. Volg je hart. Kies eindelijk eens voor jezelf. Leef niet zo met de rem op, zo verkrampt. Laat jezelf eens lekker gaan. Mens durf te leven…

In de Bijbel kom je aangrijpende verhalen tegen over mensen die wiens leven wordt verwoest juist door een gebrek aan zelfbeheersing. Kain en zijn woede, Ezau en zijn gulzigheid, Saul en zijn jaloezie, Simson en zijn hartstocht,Herodes en zijn ambities.. Hun leven gaat compleet naar de Filistijnen… En ook gelovige mensen zoals Abraham, Mozes, David, Petrus hebben zo hun issues met zelfbeheersing. En doen soms dingen die ze later betreuren. Spreuken 28 zegt: iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muren zijn ingestort. In onze taal zouden we zeggen: leven zonder zelfbeheersing is surfen op het world-wide-web en daar van alles downloaden zonder de bescherming van een virusscanner, een viruswall. In no-time raakt je computer bevuilt met allerlei troep.Hij wordt trager en trager en loopt uiteindelijk vast.

Je komt in de Bijbel ook inspirerende voorbeelden tegen van mensen die de kracht van zelfbeheersing wel kennen. Zo iemand is bijvoorbeeld Daniel. In die tijd is het volk Israël de weg volledig kwijt geraakt. Een groot deel van het volk bevindt zich in ballingschap. En het boekje Daniël probeert antwoorden te vinden op de vraag: wat is ons probleem? Waar ging het mis? Waar zijn we het spoor bijster geraakt? En op welke punten moeten we ons leven veranderen Om weer de weg te kunnen gaan die God ons wijst? En een van de antwoorden die het boek Daniel geeft is: zelfbeheersing, discipline, matigheid.

Dat is wat we zien bij de hoofdpersoon van dit boek: Daniel. Hij is een groot en veelbelovend politiek talent. En er wacht hem een glansrijke carriére daar in Babel en de druk om zich op tal van punten aan te passen aan de cultuur van Babel is enorm. Daniel kiest heel bewust voor een weg van zelfbeheersing. In plaats van zich dagelijks vol te eten aan het koninklijk banket,houdt hij zich aan een eenvoudig dieet van groenten en water. In plaats van net als alle anderen te buigen en te knippen voor de heersers buigt hij zich driemaal per dag voor zijn God. Uiteindelijk belandt hij in een kuil vol leeuwen en komt daar wonderlijk genoeg ook weer levend uit.

Een van de manieren op het boek Daniël te lezen is om die leeuwen, die wilde beesten te zien als symbolen voor de behoeften, verlangens en driften die het menselijk bestaan zo gemakkelijk kunnen beheersen en verwoesten. Een van de hoofdvragen in het boek Daniel is dan: worden we beheerst door onze behoeften en verlangens of zijn we in staat ze te beheersen? Daniëls tegenstanders worden compleet beheerst door trots, ambitie, jaloezien, macht, angst. Ze verliezen daarin zichzelf en uiteindelijk zijn zij het die belanden in de kuil vol leeuwen. Zij worden verslonden door de wilde beesten in henzelf die zij niet kunnen betomen. Daniel laat in zijn levenshouding zien dat er een toekomst is voor mensen die geleerd hebben wat zelf beheersing is en discipline. Zijn leven komt tot grote bloei en hij is een enorme zegen voor velen.

Dat is ook het geheim van Jezus leven. Hij kon buitengewoon genieten van alles en werd regelmatig gespot op bruiloften en maaltijden. Hij vergeleek het koninkrijk van God graag met een feestmaal en spoorde de mensen aan niet zo bezorgd, zo verkrampt door het leven te gaan en te genieten van iedere dag die God ons ons geeft en van al zijn goede gaven. En tegelijk kende juist Jezus ook een sterke discipline. Van vaste gebedstijden, synagogebezoek en vasten. Aan het begin van zijn bediening is hij maar liefst veertig dagen in de stilte van de woestijn. Veertig dagen zonder te eten. En als de duivel hem verleidt om stenen om te toveren in brood en zo zijn behoeften snel te bevredigen, spreekt Jezus die krachtige woorden: De mens leeft niet van brood alleen maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.

Daarmee maakt Jezus iets wezenlijks duidelijk. Hij geeft er mee aan dat hij scherp ziet waar hij zijn identiteit aan ontleent. Ik ben niet wat ik bezit, wat ik eet, of drink, of geniet.Ik ben niet hoe ik me voel, ik ben wie God zegt dat ik ben. Ik leef van het woord dat klinkt uit de mond van God. De mond van God die net daarvoor had gezegd: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Daar heeft Jezus ja tegen gezegd. Daar leeft hij voor. Daar laat hij zijn leven door bepalen en sturen.

En dat was ook het geheim van iemand als Daniel. Zijn naam betekent: God is rechter. Er spreekt iets uit van: niet mijn instincten en driften zijn bepalend. Niet mijn behoeften en verlangens sturen mijn gedrag. Niet wat mensen vinden en verwachten geeft de doorslag. Gods mening, Gods oordeel, Gods stem weegt het zwaarst.. Daar laat ik me door leiden. Door sturen. Door corrigeren.

Als Markus het heeft over Jezus en deze veertig dagen in de woestijn gebruikt hij een opmerkelijk zinnetje. Hij zegt dan: Jezus leefde er te midden van de wilde dieren en de engelen zorgden voor hem. Jezus tussen als mens tussen het dier en de engel. Je zou kunnen zeggen: de engel staat dan voor het edele, nobele, het geestelijke deel van de mens.Zijn idealen, zijn dromen. Het wilde dier staat voor driften, lusten,noden, behoeften, de mens heeft misschien wel iets van beide kanten in zich. Soms engelachtig goed, soms ook beestachtig kwaad. En tegelijk is de mens geen engel en geen beest

Jezus daalde in die veertig dagen in de woestijn diep af in ons menselijk bestaan. In de spanning tussen driften en zijn dromen.Tussen duisternis en licht, tussen de waarheid en de leugen. Tussen het dier en de engel. Jezus heeft in die veertig gedagen ontdekt en geleerd en laten zien waar we als mensen toe zijn geroepen. Om beide kanten: Het lichamelijke en het geestelijke met elkaar te verbinden in één bestaan. Beiden dienstbaar aan dat ene doel: mens te zijn voor het aangezicht van God. Mooi om heel Jezus leven deze balans terug te vinden. Hij kon zich zeer ontspannen en volop genieten.En tegelijk zat er in zijn leven een sterke focus. Een heldere kijk op wie hij was en wie hij mocht worden. Een scherp zicht op hoe zijn leven tot zijn bestemming zou komen.

Dat is ook de manier waarop Paulus schrijft over zelfbeheersing en discipline. Die zelfbeheersing staat niet op zichzelf. Paulus gebruikt het beeld van een atleet. En zegt dan: een sporter gaat voor de gouden plak. Dat is zijn doel, dat is zijn bestemming. Dat ene vooruitzicht beheerst en bepaalt zijn leven van iedere dag. Zijn eten en drinken, zijn trainingsschema’s, zijn eindeloze oefeningen.Hij beheerst zich in alles.

Wie Jezus volgt en als christen wil leven krijgt ook steeds meer van dat doelgerichte. Zoals een sporter leeft voor zijn sport en alles ondergeschikt maakt aan dat ene doel zo zou je als volgeling van Jezus altijd scherp voor ogen moeten hebben wat het doel is, wat je bestemming is. En bij alles wat je doet en wat je laat jezelf afvragen: brengt het me dichterbij het doel dat ik in mijn leven nastreef? Wat is dat doel dan precies? Waartoe bent u en jij en ik een poosje op aarde? Dat staat nergens mooier dan in Romeinen 8: We zijn ervoor bestemd het evenbeeld te zijn van Jezus. We zijn er voor gemaakt om steeds iets meer gaan lijken op Jezus en zo steeds meer Gods heerlijkheid weerspiegelen. Zijn licht verspreiden, Zijn ogen en oren zijn.Zijn handen en voeten. Zijn lichaam. Om Zijn werk te doen in deze wereld. Ons leven komt tot haar bestemming als mensen in ons steeds meer de trekken ontdekken van Jezus.

Op Jezus lijken, dat komt je niet aanwaaien. Er is eigenlijk ook maar één manier voor. Dat is: de weg van Jezus zelf ook gaan. Zijn voetstappen drukken, zijn spoor volgen. Dat vraagt bewustwording, oefening. Om in je denken niet mee te gaan in de wetten en schema’s van deze wereld en van deze tijd. Maar je echt te laten bepalen door de lessen en het levensvoorbeeld van Jezus. Discipel zijn gaat niet zonder discipline. Zaai een gedachte en oogst een daad, zaai een daad en oogst een gewoonte, zaai een gewoonte en oogst een karakter, zaai een karakter en oogst een bestemming.

Christenen die ons zijn voorgegaan op dat pad hebben allerlei geestelijke disciplines ontwikkelt. Je kunt ze verdelen in twee groepen. Je hebt de disciplines van onthouding. Denk dan aan bijvoorbeeld eenzaamheid, stilte. Soberheid, vasten, orde, en reinheid. Daarmee maak je jezelf los van je eigen overvloed. En dan heb je de disciplines van toewijding: Bijbellezen, bidden, zang, avondmaal vieren, dienstbaar zijn.Daarmee open je jezelf voor Gods overvloed. Juist in onze tijd vol prikkels en vol mogelijkheden Kunnen we wel wat meer discipline gebruiken.

Iemand schreef pas ergens: Vaak was de kerk iets van een oase in de woestijn. Maar in onze cultuur en in onze tijd zou de kerk eerder een woestijn moeten zijn. Een woestijn te midden van de overvolle oases van deze wereld. Een plek waar je de zegen leert van de eenzaamheid en de stilte. Waar je niet alleen leert feesten maar je ook oefent in vasten. In de kerk zouden we er niet op gericht moeten zijn om elkaar zo tevreden mogelijk te maken. Waar we niet elkaars honger proberen te stillen.Waar alles leuk moet zijn en fijn en gezellig. Zou de kerk vandaag niet vooral een plaats mogen zijn.Waar we iets opsnuiven van het aroma van een goede maaltijd. En ons dan realiseren dat we een hart hebben dat honger heeft. En dat we elkaars honger niet kunnen en ook niet hoeven te stillen. Omdat een mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God. Amen.


Presentatie: