Leven in het Koninkrijk (5): Vredelievendheid of woede

(Mt. 5:21-26 en Ef. 4:25-32)

In een van de dierenverhalen van Toon Tellegen vindt het volgende gesprekje plaats tussen de kreeft en de muis. De kreeft klopte op de deur van de muis. “Ja?” zei de muis. De kreeft stapte naar binnen. Hij had een koffer bij zich die hij op tafel zette. “Ik ben de kreeft” zei hij. “Wilt u wat boosheid?”. “Boosheid?” vroeg de muis, die de kreeft wel kende. “Ja”, zei de kreeft korzelig. “Boosheid. U wilt toch wel eens boos zijn?” “Ja”, zei de muis. “Maar als ik boos wil zijn, dan ben ik ook boos. Dat gaat vanzelf.” “Maar wel altijd met de goede boosheid?” vroeg de kreeft, terwijl hij de muis onderzoekend aankeek. De muis aarzelde….

“Nee”, zei de kreeft. “Niet met de goede boosheid dus.” “Staat er wel eens iemand op uw tenen bij het dansen?” vroeg hij. “Ja”, zei de muis. “Dan heb ik hier een lichte boosheid die snel weer over gaat”, zei de kreeft. Hij liet een dunne, lichtrode boosheid zien. “Een hele mooie boosheid”, zei hij. Hij keek de muis even aan en vroeg: “Hebt u wel eens iets thuis vergeten als u ver weg bent?” “Ja, heel vaak”, zei de muis. “Hoe weet u dat?” “Dan heb ik hier de ergernis die daarbij past”, zei de kreeft. Er kwam een rimpelige, grijze ergernis uit de koffer. De muis knikte. Het was inderdaad de ergernis die paste bij iets vergeten. “Ik heb zo’n soort ergernis al” zei hij. “Alleen in het geel…….” Het verhaaltje maakt mooi duidelijk dat er verschillende soorten boosheid zijn. En ook dat boosheid een passende reactie kan zijn.

In de Bijbel ontmoeten we God die zelf ook boos kan zijn. Soms hebben mensen moeite met de woede van God. De Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst schreef onlangs een boek over eerste vijf boeken van de Bijbel waarin hij een nogal donker beeld van God schetst. In een detective komt staat het volgende gesprekje: Als ik een God had, dan zou ik graag willen, dat hij intelligent, vrolijk en grappig zou zijn. De ander zegt dan: ik vraagt me af of je aan zo’n God veel zou hebben als ze jou de gaskamers in zouden jagen. Misschien zou je dan veel liever een God hebben die wraak neemt en woede kent. Een lievige God die nooit boos wordt Die zou niet passen bij de gebroken wereld waarin wij leven. Waarin zoveel scheef zit, zoveel mensen onrecht wordt aangedaan. Deze wereld waarin wij leven schreeuwt om een God die opstaat tegen het onrecht Die afrekent met het kwaad. En uiteindelijk recht zal doen.

Ook Jezus ontsteekt in een heilige woede en veegt het tempelplein schoon zodat het weer een gebedsplaats wordt in plaats van een rovershol. Als hij stuit op schijnheiligheid en kille veroordeling kan hij daar oprecht boos over worden. Ook bij mensen in de Bijbel komen we voorbeelden tegen waarin woede iets positiefs brengt. Mozes ontsteekt terecht in woede en smijt de twee tafels met de tien geboden aan stukken als hij ziet dat het volk onder leiding van Aaron danst en host rond het gouden stierkalf. Bij veel profeten proef je iets van een heilige boosheid over de manier waarop de mensen in hun tijd Voor zichzelf leefden, niet naar elkaar omzagen en Gods woorden en leefregels volledig naast zich neerlegden.

Er zijn bepaalde vormen van woede of boosheid die iets goeds in ons naar boven halen. Luther heeft eens gezegd: Als ik boos ben kan ik heel goed schrijven, bidden en preken. Mijn stemming wordt dan verbeterd, mijn begrip aangescherpt en alle wereldse kwellingen en verleidingen vallen weg. Boosheid of woede zorgt ervoor dat er in ons lichaam extra adrenaline vrij komt. En die helpt enorm om ons te focussen en scherp te zijn.

Woede kan een drive zijn om door donkere tijden heen te komen. Soms kan woede je helpen van je angst af te komen. Het kan je energie geven om voor een goede zaak te gaan staan. Om eindelijk te zeggen wat gezegd moet worden en voet bij stuk te houden. Zonder woede zou een mens z’n grenzen niet kunnen aangeven. Zonder woede zou niemand voor de ander op de bres springen. Iedereen zou zich weerloos laten overheersen en vernederen, en we zouden alle vervuiling, onrechtvaardigheid en ellende alleen maar passief over ons heen laten komen.

Soms kan woede of boosheid ons naar het leven kan leiden. Iedere psycholoog zal ons vertellen dat boosheid vooral niet moet worden ontkend of onderdrukt. Nee, boosheid die we voelen wil juist gezien worden en erkend. Naar woede moet je luisteren. En heel vaak zal je dan ontdekken dat er onder onze woede een verlangen ligt. En kom je op het spoor van het leven.

Boosheid is dan een signaal dat er iets verkeerd gaat. Opkomende boosheid en woede is als een alarmbel die afgaat. Blijkbaar gebeurt er nu iets. Misschien heeft dat met mij te maken, met dingen waar ik gevoelig voor ben, misschien heeft het te maken met wat de ander echt niet goed doet maar in ieder geval, er gaat iets mis. En boosheid of woede vestigt daar de aandacht op. Zo heeft woede een nuttige functie.

En toch voelen we allemaal wel aan dat er aan woede of boosheid ook een schaduwkant zit. Want behalve woede als directe emotie die nu eenmaal bij het leven hoort en dus niet per se slecht hoeft te zijn. Is er woede als alles verterende hartstocht Boosheid die invreet en als een tweede natuur is geworden, en die tot verderf en oorlog leidt. Deze woede is een gestolde emotie waarmee we de ander vastpinnen op iets wat ooit is mis gegaan. Deze woede ziekt eindeloos door en maakt relaties stuk en verbreekt familiebanden en verwijdert mensen van elkaar.

Woede kan iets vernietigends in zich hebben. En dan niet alleen als het leidt tot moord en doodslag. Maar ook als we iemand uitschelden, openlijk vernederen of in stilte minachten of haten. Als we iemand het licht in de ogen in feite niet gunnen. Waar brengt onze emotie ons dan naar toe, op welke weg bevinden we ons? Elke daad begint met een voornemen, een flits van een gedachte.

En bij die wortel van woede deepdown van binnen legt Jezus de vinger in de bergrede. Een boze gedachte, een uitgesproken verwensing moet je niet te licht nemen. Een ieder die in woede tekeergaat tegen zijn broeder of zuster zal zich moeten verantwoorden voor het gericht. Dat is een typische overdrijving van Jezus. Maar de gedachte is helder. Bevroren boosheid, dodende blikken venijnig schelden, of botweg haten en moorden zijn zo allen varianten van één en hetzelfde.

Je zou kunnen zeggen, overvraagt Jezus ons niet. Niet boos worden, ook niet in onze gedachten lukt ons niet. De eerste christenen zagen dat ook en probeerden daarom de gevolgen van boosheid te verkleinen. Paulus schrijft ergens: als je boos wordt, bega dan geen zonde. En: blijf niet lang boos, laat de zon niet over je woede ondergaan. Jacobus zegt: als je boos wordt, wordt dan een beetje langzaam boos niet knallend, exposief. Dat is nog steeds gericht tegen de woede maar we worden misschien iets minder overvraagd.

Jezus weet ook wel dat hij ons overvraagt. Hij overvraagt ons met opzet en we moeten hem daar ook serieus in nemen. Jezus zegt nooit: ietsje minder kan ook wel, het valt allemaal wel mee. Nee, het valt niet mee. Woede is zo’n vernietigende kracht, daar moet je voluit tegenin gaan. Je lost je problemen meestal niet op bij boosheid. En denk niet te snel dat jouw boosheid altijd 100% zuiver en terecht is positief zal uitpakken en deze wereld beter maakt. Jezus zegt: wie boos wordt, valt onder Gods oordeel. God oordeelt. Jijzelf kan moeilijk vaststellen of het nou net dat ene geval betrof dat woede een goede uitwerking had. Reken daar maar niet al te hard op, maar laat het aan God over om daarover te oordelen.

Als Hij in zijn toespraak in Matt. 5 de woede afkeurt, bedoelt Hij de vernietigende vorm van woede die relaties verstoort en verbreekt, die verwijdering en vernietiging brengt. Je komt in de Bijbel personages tegen bij wie je heel duidelijk die verwoestende werking ziet van woede, drift, boosheid. Bij sommigen leidt het tot plotselinge uitbarstingen Zoals bij Kain die in een vlaag van woede zijn broer Abel neermaait zodat hij ter plekke sterft. Of bij Saul die in een driftaanval een speer naar David werpt. Bij anderen is die woede meer een sluipend proces. Zoals bij Judas die uiteindelijk in bevroren woede Jezus meedogenloos uitlevert.

De een explodeert en schiet vuur en pakt de ander keihard aan. De ander implodeert en bevriest, negeert de ander volledig, zwijgt de ander dood. Het is misschien iets fijngevoeliger, maar niet minder vernietigend voor menselijke verhoudingen. Voor families en gemeenschappen.

De Bijbel wijst een derde weg. De boosheid en woede die er toch is. Die mogen we bij God brengen. En dat mag gerust ongepolijst. Recht uit het hart. De psalmen staan vol met zulke hartenkreten. Soms zo vol heftige woede, en roep om wraak, dat je er voor terugschrikt om het zo te zeggen. En toch mag dat en is het ook goed om te doen.

We doen dat in het geloof dat God er wel raad mee weet. Hij zal niet automatisch alle roep om wraak en vergelding rechtstreeks beantwoorden op de manier die wij hadden bedacht. Hij zal wel recht doen en Hij zal ook het kwaad overwinnen. Hoe hij dat doet of zal doen, dat is niet aan ons. Dat is helemaal zijn zaak. Het is letterlijk zijn zaak geworden. Door in Christus Jezus de vloek uit te spreken, wraak te nemen en alle kwaad te vergelden. Dat alles heeft Hemzelf getroffen. Hij heeft alle wrok en wraak, drift en woede op zich genomen en gedragen. Zo wordt alle kwaad die in deze wereld wordt bedreven door anderen en door onszelf, door mij overwonnen de goedheid van deze God.

Het oordeel en de vergelding laten we aan God. En onze boosheid mogen we dus bij God brengen aan de voet van het kruis. Wie dat werkelijk wil doen, keer op keer. Die ontdekt de ruimte om dan zelf de gebalde vuisten naar die ander die mij zo boos kan maken, zo kan raken te veranderen in gevouwen handen om voor hem te bidden in Christus naam. Om die ander te leren zegenen en het goede te doen. Om te leren zelfs onze vijanden lief te hebben.

Wie woede wil overwinnen doet er verstandig aan zich te oefenen in het tegendeel. In mildheid en barmhartigheid, in vrede stichten en verbinden. In de ander te hand te reiken. Daardoor wordt je hart vanzelf ruimer en wijder en kunnen opgekropte frustraties en boosheid ook weer wegvloeien. Zo kunnen we met vallen en opstaan het kwade te overwinnen door het goede. Net zoals Christus dat heeft gedaan voor ons allen. Amen



Presentatie: