Ik ben het (Johannes 18:1-12)

(Johannes 18:1-12)

In het evangelie naar Johannes is het op Goede Vrijdag al een beetje Pasen. Door de donkere lijdensgeschiedenis speelt al het licht van de opstanding heen. Johannes tekent Jezus tegelijk als lam én leeuw, als knecht én koning. Dat proef je in ook in hoe Johannes schrijft over Getsemané. Jezus zoekt er geen steun bij zijn leerlingen. We lezen ook niet over Jezus’ worsteling en gebedsstrijd om zich te verenigen met de wil van de vader. Bij Johannes geen bloed, geen zweet, geen tranen. Geen Judaskus waardoor Jezus wordt overgeleverd. Nee, wat Johannes vooral heeft geraakt was Jezus’ kracht, rust en regie.

In het holst van de nacht valt een arrestatieteam van soldaten en tempeldienaren de hof binnen. Het is een overmacht van honderden mannen uitgerust met lantaarns, fakkels en wapens. Maar Jezus deinst er niet voor terug. Hij kent zijn bestemming en weet zijn uur. Hij stapt juist naar voren en neemt het initiatief. Wie zoekt u? Jezus de Nazarener? Ik ben het.

Ik ben, zegt hij letterlijk. Zo noemt Jezus zichzelf vaker juist in het evangelie volgens Johannes. Ik ben de goede herder, Ik ben de deur, Ik ben het licht. Ik ben het brood. Ik ben de wijnstok. Ik ben de opstanding, Ik ben de weg, de waarheid, het leven.Ik ben, zegt Jezus. En daarmee gebruikt hij precies de woorden waarmee ooit God zichzelf bekend maakte aan Mozes bij de brandende braamstruik: Ik ben. Mijn naam is: Ik ben en Ik zal er zijn.

Ik ben het, zegt Jezus. Het is een eenvoudige zin maar het heeft iets van een machtswoord. Er gaat kennelijk zoveel kracht van uit dat de soldaten er letterlijk van achteroverslaan. Dat zien we in de Bijbel vaak gebeuren. Waar iets van God oplicht, gaan mensen onderuit, ondersteboven. Het heeft hier wel iets potsierlijks. Een horde soldaten die deze hof binnen paradeert. Alle manschappen strak in het gelid, dicht op elkaar, zoals romeinse troepen dat gewoonlijk deden. Als één blok van schilden, fakkels en wapens en als dan de voorste rij achterover slaat.Ja, dan vallen ze allemaal om als dominostenen.

En niet alleen deze soldaten zijn in verwarring. Dat geldt zeker ook voor de leerlingen van Jezus. Neem Judas bijvoorbeeld. Hij leidt het arrestatieteam naar Jezus. Maar op het moment surpréme neemt Jezus het initiatief over. Hij stapt naar voren en stelt een vraag: Wie zoeken jullie? Jezus van Nazareth? Ik ben het. Het is een bereidheid waar niemand op heeft gerekend.Een bereidheid die vreemd aandoet en iedereen, inclusief Judas, in verwarring brengt. En met die ene zin staat Judas ineens buitenspel. Hij doet er niet meer toe, is pijnlijk overbodig geworden. Van hem horen we bij Johannes helemaal niets meer.

Ook Petrus slaat in de hof een raar figuur. Hij heeft zichzelf een heldenrol toegedicht en begint met een zwaard te zwaaien. Maar door die ene zin van Jezus: Ik ben het krijgt zijn impulsieve, paniekerige actie ineens ook iets koddigs, iets ongepasts.Alsof het kinderspeelgoed betreft. Berg dat zwaard nu maar weer op jongen. Daar ga je het hier niet mee redden. Jij gaat hier so wie so niet iets redden. Laat redden aan mij over. Ik ben het. Hier is een heel andere houding nodig.Zou ik de beker die de vader mij gegeven heeft niet drinken?

Ook van de andere leerlingen vernemen we niets. Zij zijn naar de achtergrond verdwenen. Zij voegen niets toe. Hebben geen rol. Zij zijn hier niet meer dan figuranten. Pionnen in een spel waar ze niets van begrijpen. Als Jezus zegt: Ik ben het. Dan zijn zij, zijn wij het niet. Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan. Er zit in Jezus hele optreden iets soevereins. Hij zet Judas buitenspel, wijst Petrus zijn plaats en draagt die hele overmacht aan soldaten en tempeldienaren op om zijn leerlingen een vrije aftocht te bieden. Zoals mozes destijds tegenover de machtige farao: Let my people go! Let my people go! Tenslotte laat jezus zich boeien en afvoeren een lange en donkere nacht in.

De een na de andere leerling glipt stilletjes de hof uit. O ja, Petrus blijft nog even aanhouden Hij probeert zich er alsnog tussen te wurmen.Maar als hij ook maar even op de proef wordt gesteld gaat hij finaal ondersteboven. Ik ben het, Petrus. Jij niet. Hoe kwetsbaar Jezus ook is, hoe bruut en wreed het geweld ook zal zijn.Er gaat een geweldige, innerlijke kracht van hem uit. Het is de kracht van zijn onschuld en zijn roeping. De kracht van zijn waardigheid en vastbeslotenheid. De kracht van Gods goedheid, trouw en liefde, die zal blijken sterker te zijn dan welke weerstand, welk verzet, welk verraad, welke ontrouw, welk falen ook. Ik ben het. Het lam en de priester, het schaap en de herder, de knecht en de koning. Ik ben het helemaal. Ik ben het alleen en niemand anders.

Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan. Zo gingen de woorden in vervulling, schrijft Johannes, geen van hen die gij mij gegeven hebt heb ik verloren laten gaan. Dat is de Jezus zoals Johannes die in zijn hart heeft gesloten. Hier krijgen allerlei zinnen betekenis die Johannes uit Jezus mond optekende. De goede herder geeft zijn leven voor de schapen (joh 10).Hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden (joh 15).Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. (Joh. 13) Ik ben het, zegt Jezus. Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.

Jezus is het. Hij stapt naar voren en zal de rest van de weg alleen afleggen. Hij doet dat actief, beschikbaar, bewust en beslist. Hij doet dat ook zonder verwijt, omdat hij weet wie de mens ten diepste is. C.S. Lewis typeert ergens de menselijke ziel als een dierentuin vol begeerten, een gekkenhuis vol ambities,een kleuterschool vol angsten, een harem vol gekoesterde haatgevoelens. Zo zijn Jezus’ vijanden, zo zijn ten diepste ook zijn vrienden.Niemand, niemand van hen wil jezus verloren laten gaan.En precies daarom stapt Jezus hier naar voren en zegt: Ik ben het. Laat deze mensen heengaan. Ze hebben geen idee. Ik ben het die de beker drinken zal. Ik zal de hele last van het gebroken menselijk bestaan dragen. En dwars door deze inktzwarte nacht draag ik haar naar een nieuwe morgen.


Presentatie: