Het goede leven (Micha 6:8)

Bijbelschrijvers zijn er in soorten en maten. Er zijn verhalenvertellers, dichters en zangers. Je hebt wijsheidsleraren, evangelisten en apostelen. En dan zijn er ook de profeten. Zij zijn een soort luis in de pels. Zij stellen de ongemakkelijke vragen. Hebben het over de taboes waar iedereen liever omheen leeft. Ze zijn misschien niet je favoriet onder de bijbelschrijvers. Maar juist profeten leggen de vinger op de zere plek die nodig moet worden gereinigd, verzorgd, geheeld, vernieuwd.

Schriftlezing Micha 6:1-8

Wat vraagt God eigenlijk van me? Wat is voor God een goed leven? Nou kijk, ik bid, ik lees in de bijbel, ik bezoek de diensten, sla geen @home over. Ik draag mijn steentje bij aan de collecte. Doe mijn dingetje in vrijwilligerswerk. Goed bezig, toch? Dat moet genoeg zijn, of niet?

Dat is wat Micha om zich heen ziet. Zo op het eerste gezicht is het nog niet zo’n beroerde tijd. Het zijn de dagen van de vrome koning Hizkia, En de tempel draait als een tierelier. Het is er elke dag een komen en gaan van mensen. Elke week nieuwe leden zeg maar. Er zijn voldoende priesters en levieten. Alles gaat precies zoals het is voorgeschreven. Er worden offers gebracht en onderwijs gegeven. Er wordt volop gezongen, gebeden en gevierd. Goed bezig die jongens, zou je zeggen.

Maar een profeet kijkt verder dan zijn neus lang is. Een profeet kijkt door de dingen heen. Peilt de onderliggende houding, proeft het hart. Micha proeft om zich heen de neiging om op deze vraag ‘Wat wil God nu eigenlijk van me?’ ‘Wat is voor God een goed leven?’ vooral godsdienstige, religieuze antwoorden te geven. En dan komt hij tot deze uitspraak: er is jou, mens, gezegd, wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Het is je gezegd, mens, wat goed is, je weet wat de Heer van je wil. God heeft daar nooit geheimzinnig over gedaan. Hij heeft dat heel helder uitgelegd aan Mozes. En Mozes heeft een hele generatie opgevoed en ingewijd in een leven zoals God het graag wil. In Deuteronomium 10 vat hij dat nog eens samen: Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor hem toont, dat u de weg volgt die hij u wijst, dat u hem liefhebt, hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan.

En als de mensen in latere tijden de neiging hadden om het goede leven te vergeten, zond God een profeet om hen er aan te herinneren aan wat God van hen vraagt. Profeten wisten Gods bedoeling soms samen te vatten in een paar woorden. Als een soort T-shirt tekst zeg maar. Jesaja, een tijdgenoot van Micha, zegt in zijn eerste hoofdstuk: vermijd alle kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.

En als ook de profeten niet genoeg zijn zendt God uiteindelijk zijn eigen zoon. En ook Jezus wil ons mensen leiden naar het goede leven zoals God het bedoelt. Hij noemt zo’n leven het koninkrijk van God. Jezus sluit daarin aan bij Mozes en de profeten en ook hij heeft van die zinnen die dat goede leven in een paar kernwoorden samenvatten. Denk aan Matteus 23: Wee jullie, Schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw.

Ook de apostelen blijven ons herinneren aan een leven naar Gods hart. En ook bij hen gaat het om zaken als recht, barmhartigheid en trouw. Jakobus bijvoorbeeld: voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.

Wat al deze verzen keer op keer benadrukken is dat God geen genoegen neemt met cadeautjes, geen zoethoudertjes nodig heeft. Dat het hem om niets minder gaat dan ons hart. Of beter gezegd: om ons hele leven. De oprechtheid van ons geloof blijkt uit ons gedrag, onze keuzes, onze levenshouding. Jezus zegt: aan hun vruchten zul je hen herkennen. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen evenmin als een slechte boom goede vruchten kan dragen. Niet iedereen die Heer Heer tegen mij zegt zal het koninkrijk van de hemel binnengaan. Alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse vader. (Mt. 7,21)

Micha 6:8 is dus niet zomaar een losse flodder. Het raakt aan een kern de Bijbel. Op de vraag wat God van me vraagt, wat in Gods ogen een goed leven is. Is dit toch wel de essentie, de hoofdzaak. Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Laat even op je inwerken wat er in dit ene vers wordt gezegd: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Iets of iemand of recht doen betekent de waarde van iemand of van iets goed tot uiting te laten komen. Het heeft te maken met de ander op waarde weten te schatten. Door zorgvuldig, aandachtig en voorzichtig met die ander om te gaan. Dat wat ik doe of zeg niet ten koste gaat van iets of iemand. Recht doen is zeker van belang ten opzichte van wie of wat kwetsbaar is en zelf geen stem of kracht heeft. Recht doen heeft te maken met kwetsbare medemensen. Dichtbij en ver weg. Die ene op mijn werkplek die door anderen wordt gepest, gemeden. Met kwetsbare bevolkingsgroepen, bedreigde minderheden. Met uitstervende dieren en plantensoorten, met een uitgeputte en vervuilde aarde en plastiek soep in de oceaan. Recht doen heeft zo dus ook alles te maken met de ruimte die ik inneem met mijn levensstijl. Met wie de prijs betaalt voor wat ik eet en koop en hoe ik reis. Recht doen is recht zetten wat scheef zit.

Je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen en trouw te betrachten. Trouw betrachten gaat over betrouwbaar zijn. Dat je er bent en blijft voor degenen aan wie je je hebt verbonden. Dat anderen van je op aan kunnen. Dat je iemand bent waar anderen op kunnen bouwen. Niet grillig, niet wispelturig, niet onberekenbaar. Maar standvastig, solide, geduldig, vasthoudend. Je niet zomaar afhaakt, niet snel opgeeft.

Je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen en trouw te betrachten. Het zijn woorden waar we ons aan mogen spiegelen. Ik heb van alles bereikt, maar ten koste van wat en van wie? Ik ben nogal gehecht aan een bepaalde levensstandaard maar hoe zwaar drukt daarmee mijn voetafdruk op de aarde? Wie druk ik daarmee weg? Trouw betrachten, ben ik daarin geslaagd? Wie of wat heb ik losgelaten, achtergelaten? Wie of wat heb ik al te lang verwaarloosd?

Wij zijn mensen. Stervelingen. We laten heel wat steken vallen. Leven aan veel onrecht voorbij. Hebben beperkt zicht, beperkt commitment. Als we al goede intenties hebben weten we die lang niet altijd om te zetten in gedrag. Vandaar dat na recht en trouw het derde woord nederigheid is. Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Dit profetische woord raakt aan een houding van apathie. We noemen dat ook wel onverschilligheid. Letterlijk betekent apathie: niet voelen. Niet geraakt zijn, niet bewogen worden. En al helemaal niet in beweging komen. En deze woorden willen de apathie doorbreken. Nodigen uit tot sympathie: meevoelen. Zoeken naar empathie: invoelen. Maar sympathie en empathie is niet genoeg. Want dan blijven we alsnog steken in onze gevoelslaag.

We worden uitgenodigd om dan ook in beweging te komen. En daadwerkelijk recht te dóén, trouw te betráchten. En de manier waarop we dat mogen doen is door nederig de weg te gaan van onze God. Letterlijk staat er: nederig te wandelen met je God. Ik ga deze wereld niet redden, kan die last niet dragen. Dat laat ik over aan de Vader, aan Jezus en de Geest. Maar ik kan wel omgaan met God. Van hem leren. Recht te doen zoals Hij recht doet aan ons, aan mij. Trouw te zijn zoals Hij trouw is, ook als ik vaak ontrouw ben

Micha 6: 8 is een verbondstekst. Lees thuis de verzen eromheen nog eens na. Voordat deze woorden op je afkomen. Zegt God eerst iets anders. Hij herinnert ons aan wat Hij heeft gedaan. Ben je dan vergeten mijn volk dat ik jullie heb bevrijd uit de slavernij in Egypte? Ben je vergeten hoe ik jullie recht heb gedaan en trouw betoon? Als ik er zo voor jou ben en blijf, zou jij er dan ook niet zo zijn en blijven voor Mij, voor je kwetsbare medemens, voor deze schepping? Het beslissende en bevrijdende dat heeft God gedaan. Ik word niet overvraagd. Wat van mij wordt gevraagd is steeds de volgende stap te zetten in recht doen, in trouw betrachten. In reactie op wie of wat God specifiek op mijn weg brengt.

Profeten kijken door de buitenkant heen. Dit ene vers in Micha stelt mij een indringende vraag. Is geloof voor mij toch vooral iets van een gevoel? Blijft geloof hangen in mooie woorden en goede bedoelingen? Of werkt geloof ook echt in op wie ik ben en wat doe? Leidt mijn geloof tot christelijke karaktervorming? Maakt geloof van mij echt een ander mens? Of zegt iemand die ik na lange tijd weer eens tegenkom: jij bent ook eigenlijk geen spat veranderd? Blijf ik in de kern dezelfde die ik altijd al was? Is mijn geloof een soort van christelijk sausje Over een manier van leven die niet wezenlijk anders is dan mijn buurman of collega die nergens van weet en nergens aan doet. Of heb ik me in de loop van de tijd iets eigen gemaakt van Gods karakter. Iets van rechtvaardigheid, iets van trouw zijn. Iets van nederigheid.

Je zou kunnen denken dat christelijke karaktervorming vooral een beweging is van binnen naar buiten. Van je hart naar je handen en voeten en je portemonnee. Maar christelijke karaktervorming heeft ook iets van buiten naar binnen. Van het ontwikkelen en inslijpen van goede gewoonten. Als je je ze volhoudt wordt dat gedrag je steeds meer eigen voelt het aan als een tweede natuur, En vertoon je dat gedraag als vanzelf. Ben je de mens geworden waar je elke dag in talloze kleine en grote momenten voor hebt gekozen en in hebt geïnvesteerd. En Micha zegt: kies dan steeds opnieuw voor niets anders dan recht doen, trouw betrachten en nederig te wandelen met je God. Want de toetssteen voor waarachtig christen zijn is ons gedrag, is onze levenshouding, zijn de kleine en grote keuzes die ik iedere dag opnieuw maak.


Presentatie: