Het goede leven: De toren van Babel (Gen.11)
(Lezen Genesis 11:1-9; luisterlied: Babylon – Matthijn Buwalda)
Iedere strip van Asterix en Obelix begint met die ene beroemde zin: “Zo’n 2000 jaar geleden was heel Gallië (zo heette Frankrijk toen) bezet door soldaten van Caesar, de Romeinse veldheer. Heel Gallië? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Romeinen in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk…”
Ik moest aan deze zin denken toen ik las over een kleine Grieks-orthodoxe kerk ergens in New York in een zijstraat van Wall Street. Men vindt dat eigenlijk geen plek voor een kerk en keer op keer kloppen er projectontwikkelaars aan die het kerkbestuur miljoenen dollars bieden voor de grond. En keer op keer luidt hun antwoord steevast: nee, dank u. En zo staat daar tot op de dag van vandaag tussen de tempels van de Mammon nog altijd een kerk van Christus. En iedere keer als het kerkbestuur daar nee zegt tegen het grote geld, klinkt er in dat nee ook een hartstochtelijk ja tegen God. En alleen al door daar te zijn en daar te blijven is dat kerkje daar in een zijstraat van Wall Street een krachtige belichaming van die spreuk die op ieder dollarbiljet staat waar men om de hoek op Wall Street zo van in de ban kan zijn: in God we trust. Als die een kleine nederzetting in Asterix en Obelix die moedig weerstand blijft bieden aan de overweldigers. (zie voetnoot!)
Stel dat een buitenaards wezen pakweg in de Middeleeuwen de aarde had bezocht om studie te maken van wie die aardbewoners zijn. Hoe zij leven, wat zij denken, wat voor hen belangrijk is. Zo’n buitenaards wezen zou dan in elk geval in Europa observeren dat in iedere stad en in ieder dorp het meest centrale en ook het hoogste gebouw altijd en overal een kathedraal was, of een dorpskerk. Dat kennelijk er voor de aardbewoners in die tijd niets is dat boven God uit gaat.
Als diezelfde buitenaardse bezoeker in onze dagen nog eens een bezoekje zou brengen zou hij zien dat in diezelfde Europese steden de skyline nu wordt bepaald door banken en verzekeringsgebouwen. De buitenaardse bezoeker zou in zijn rapport noteren: er is kennelijk iets verandert bij de aardbewoners. Centraal in hun denken staat niet langer God maar geld. Zij zoeken hun zekerheid vandaag de dag in iets anders.
Het zou zo’n buitenaardse bezoeker sowieso opvallen. Die neiging van de aardbewoners om altijd weer de hoogte in te willen. Dat zit ons kennelijk wat in het bloed. Te willen opklimmen, stijgen. Gebouwen neerzetten die de wolken krabben. We roepen giga! mega! the sky is the limit!
Daarover gaat het oude verhaal van de Toren van Babel. Over ambitie, geldingsdrang, en jezelf bewijzen. Over jezelf profileren en in de markt zetten. Over mensen die bakstenen uitvinden. Over projectontwikkelaartjes die dan meteen grootste plannen ontwikkelen: laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken. Letterlijk staat er: zo maken wij ons een naam. Zien en gezien worden, het is een diep menselijke trek
De boodschap van de Toren van Babel is dan dat ik met mijn torenhoge ambities door God weer mijn plaatsje wordt gewezen. Niet met het hoofd in de wolken. Maar met beide voeten stevig en nuchter op de aarde. Dat was immers de opdracht geweest van God aan de aardbewoners in the first place: de aarde dienen en haar bewaken.
Toch gaat de Toren van Babel niet alleen maar over het hoog in de bol hebben. Die projectontwikkelaartjes daar in Babel hebben een specifiek motief: Laten we een stad bouwen, dan zullen we niet over heel de aarde verstrooid worden. Onder deze dadendrang zit dus een diepe angst. De angst om elkaar kwijt te raken, de angst om de controle te verliezen. De angst om het overzicht niet meer te hebben. De angst voor wat anders is. De angst voor het vreemde, het onbekende.
Vandaar dat deze mensen een soort eenheid zoeken. één volk, één taal. Alle neuzen dezelfde kant op. Geen ruimte willen bieden aan tegenspraak. Geen ruimte voor buitenbeentjes, dwarsliggers, vrije geesten. Wie anders denkt moet zich of conformeren. Of anders maar een andere club opzoeken. Dat is een beetje de mindset van deze mensen hier in Babel. Je komt die reflex altijd opnieuw tegen. In een samenleving of ook wel een geloofsgemeenschap. Willen bouwen op één principe, één overtuiging met weinig of geen ruimte voor diversiteit, veelkleurigheid.
En deze mindset, dat eenvormige, dat uniforme, dat is nu net niet het idee waarmee God zijn scheppingsproject was begonnen. God had nu juist gekozen voor diversiteit en had de mens opgedragen om zich te gaan verspreiden over de hele aarde. De mens was nooit bedoeld om samen te klonteren. Letterlijk niet en ook figuurlijk niet. De mens moet niet thuis blijven hangen. Maar de wereld in trekken. Voortaan moeten de mensen elkaar zoeken willen ze elkaar bereiken. Leren luisteren willen ze elkaar verstaan. En zo weer toekomen aan hun opdracht. De aarde hoeden en dienen. De wereld bewoonbaar maken en houden voor allen.
Hoe God het eigenlijk in gedachten heeft? Dat zien we in het volgende hoofdstuk. Want waar de mensen in Babel zo bang voor waren. Precies dat zien we gebeuren bij Abraham. Hij trekt weg uit zijn land, zijn familie en het huis van zijn vader. Hij verlaat Babel en zijn goden. En zonder de bescherming van een torenhoge stad trekt hij de aarde over, woont hij in tenten. Het enige wat hij bouwt is een altaar. Niet om zich een naam te vestigen. Maar om er de naam van de Heer aan te roepen. Hij trekt weg uit Babel en reist naar een andere stad, Jeruzalem, de stad van de vrede.
Een stad waar niet een afgedwongen eenheid is maar een plaats van vrede voor alle volken. Vele eeuwen later gebeurt daar iets wonderlijks als er mensen uit allerlei talen en volken samen zijn en God op een nieuwe manier onder de mensen komt en ze een diepe, geestelijke eenheid ervaren. Pinksteren is het tegenovergestelde van Babel. Gods Geest verbindt rijk en arm, geletterd of niet, man en vrouw, insider en outsider. Grenzen werden opgeheven. In plaats van scheiden begint men te delen. In plaats van uitsluiten omarmt en verwelkomt men elkaar.
Het wordt er geen kleffe kliek van gelijkgezinden want vanuit deze thuisbasis laten ze zich verspreiden als zaad op de akker van de wereld. Ze volgen daarin hun Meester. Oefenen zich in zelfverloochening in plaats van zelfhandhaving. Leven van vertrouwen in plaats van in angst. Vruchtbaar zijn in plaats van zelfgenoegzaam
Al snel komt er weer een Babel-element bij. Vormen zich geestelijke elites. Die menen geestelijker, zuiverder te zijn dan anderen. Zoeken we het comfort van gelijkgezinden. We zijn en blijven ook echt kinderen van Babel die zich zo snel van elkaar vervreemden.
De tegenstelling tussen Babel en Jeruzalem kom je tegen tot in het laatste Bijbelboek. Waar Babel of Babylon en Jeruzalem staan voor twee stijlen van leven. Babel is een gebalde vuist naar de hemel. Jeruzalem als een uitgestoken hand. Babel is een bolwerk van macht, een burcht, een fort met muren, Jeruzalem een open hof, als een moeder, een veelkleurige stad met alle talen en tongen waarin vanuit alle volken en culturen specifieke schatten worden binnengedragen.
Babel is wat ons muren en hekken doet bouwen. Babel is gebouwd op eigenbelang. Op onderscheid tussen wie binnen is en wie buiten. De bevoorrechten en de achtergestelden. De have’s en have-not’s. Wie normaal is en wie niet. We hebben allemaal een Babel component in ons. Iets in ons dat zich afzet tegen de ander.
Dat is een vraag aan jou en mij vanmorgen. Waar en hoe herken ik Babel in mijn keuzes, mijn manier van leven. Dat ik vooral druk ben met opklimmen. Met hoger, en meer, en verder. En de verbinding kwijt raak met beneden, met buiten Babel. Met wie de prijs betalen voor de Babel-stijl in het zuiden van de wereld.
Ik stel vanmorgen dus een positieve lezing voor van het verhaal van de Toren van Babel. Als God afdaalt en ons bezig ziet ontsteekt hij niet in woede. Maar schept hij iets van verwarring. Waardoor de mensen zich niet langer kunnen verschansen achter muren en in forten en standpunten. Het goede leven zoals God het graag ziet vraagt om beweging, ontmoeting. Om vertrouwen en op weg gaan.
Op een @home wierp iemand de vraag op of Kruispunt ook niet wat weg heeft van Babel. Dat we trots zijn op deze mooie plek. En steeds verder en steeds harder groeien. En ergens een soort van eenvormigheid creëren waarin we het samen zo fijn mogelijk hebben. Maar ten koste van wat en ten koste van wie. En wanneer komt het moment dat God jou, ons wegroept uit dit bolwerk om hem te gaan dienen op plaatsen waar er geen groei is maar krimp. Waar minder gelijkgezindheid is, waar vers bloed, nieuwe energie nodig is.
Het verhaal over de Toren van Babel gaat wat mij betreft vooral over zekerheid. Dat is wat wij mensen op onze eigen manier zoeken. Sommigen dus vooral in zichzelf en in onze projecten. Je kunt zekerheid ook buiten jezelf zoeken. Bij God bijvoorbeeld. Dat laatste kan er dan nog wel verschillend uitzien heb ik geleerd van de beroemde geleerde Blaise Pascal Hij leefde in de 17e eeuw. Was een uitmuntend geleerde, maar hij had ook een diep gelovige kant.
Toen Pascal was overleden werd ergens in de voering van zijn jas een stukje perkament gevonden. Daarop stonden een paar losse woorden, halve zinnen waarmee Pascal kennelijk een ervaring wilde beschrijven en vastleggen. De meest intieme ervaring die hem was overkomen, een ontmoeting met God. Op het papiertje stond met grote letters: VUUR!En daaronder: God van Abraham, God van Izaäk, God van Jakob. Niet van filosofen niet van geleerden. Zekerheid, zekerheid, gevoel, vreugde, vrede van God en Jezus Christus, Uw God zal mijn God zijn.
Zekerheid, zekerheid, dat schreef Pascal op dat kleine stukje perkament. Hij had kunnen kiezen voor het woordje: securité, wij kennen dat van het Engelse woordje security. Het is een soort van zekerheid zonder enig risico de zekerheid die volledige controle wil hebben. Dat is de soort zekerheid van de polis van veiligheidsdiensten en verzekeringsmaatschappijen. Van de hoogste gebouwen van onze steden zeg maar,
Maar als Pascal schrijft: zekerheid, zekerheid, dan gebruikt hij heel bewust een ander woordje: Certitudo. We kennen het van het Engelse certain. Dat is een ander soort van zekerheid, een zekerheid die durft te leven met onzekerheid. Een zekerheid die uit uithoudt te midden van vragen. En dat is wat Pascal vond in God. Niet een alles dekkende verzekering zonder eigen risico. Wel de zekerheid dat Hij er is en was en altijd zal zijn.
De God die afdaalt en mij en jou wegroept uit onze zelfgebouwde schijnzekerheden. Een God die afdaalt en mij en jou roept. Om in plaats van altijd maar te klimmen, ook zelf te leren af te dalen. Een God van onderweg die mij en jou uitnodigt om niet te verzanden, te blijven steken in vrome idealen en goede voornemens. Maar echt stappen te zetten on de richting van het goede leven.
Op deze God vertrouwen ze daar in dat kleine kerkje in de buurt van Wall Street. Met deze God heeft Pascal het gewaagd. Met deze God is ook Abram onderweg gebleven. Met deze God komt ook jij en ik nooit beschaamd uit.
PS: op de dag dat ik deze preek hield in Amersfoort, beluisterde een Kruispunter later die dag deze preek terwijl hij in New York was. Hij verbleef op dat moment op enkele honderden meters van deze plek bij Wall Street en ging op onderzoek uit. Op 9/11 bleek deze Grieks-orthodoxe kerk totaal verwoest te zijn. Het kerkbestuur is toen niet bezweken voor de verleiding alsnog deze grond te verkopen. Via fundraising heeft men voldoende kapitaal bijeen verzameld om twintig jaar na deze verwoesting opnieuw een huis van God te bouwen op deze plek. Het getuigenis van deze geloofsgemeenschap wordt daarmee nog sprekender en krachtiger!
In de liturgie werd gezongen: Thuis (Sela), psalm 131 (nieuwe psalmberijming), Opwekking 785, 803, 697 en 462 en het lied Heer U bent mijn leven.
Gespreksvragen:
- Beluister en bespreek het luisterlied Babylon van Matthijn Buwalda. Wat vind je er van? Wat kun je er mee?
- In het verhaal van de Toren van Babel zit er spanning tussen het opklimmen (van mensen) en het afdalen (van God). Herken je de spanning voor jezelf? Hoe ga je ermee om? Hoe zou afdalen er concreet uit kunnen zien?
- In Babel lijken de mensen vooral druk met hun eigen (levens)project. Wat er buiten Babel gebeurt en wat ze daar eventueel nodig hebben lijkt hen volledig te ontgaan. Wat herken je daarvan om je heen en bij jezelf?
- Het kerkje bij Wall Street brengt het op om tegen de stroom in te zwemmen en stand te houden en niet mee te gaan in de rat-race. In hoeverre lukt jou dat?
- Abram doet wat ze in Babel niet goed durven. Zekerheden loslaten en God volledig vertrouwen op nieuwe wegen. Waar positioneer jij jezelf tussenm Babel en Abram?
- Zekerheid, zekerheid, dat schreef Pascal op dat kleine stukje perkament. Hij had kunnen kiezen voor het woordje: securité, wij kennen dat van het Engelse woordje security. Het is een soort van zekerheid zonder enig risico de zekerheid die volledige controle wil hebben. Dat is de soort zekerheid van de polis van veiligheidsdiensten en verzekeringsmaatschappijen. Van de hoogste gebouwen van onze steden zeg maar,Maar als Pascal schrijft: zekerheid, zekerheid, dan gebruikt hij heel bewust een ander woordje: Certitudo. We kennen het van het Engelse certain. Dat is een ander soort van zekerheid, een zekerheid die durft te leven met onzekerheid. Een zekerheid die uit uithoudt te midden van vragen. En dat is wat Pascal vond in God. Niet een alles dekkende verzekering zonder eigen risico. Wel de zekerheid dat Hij er is en was en altijd zal zijn.
Bespreek deze passage uit de preek. Begrijp je het verschil tussen security en certainty? Wat kun je er concreet mee?
- De God die afdaalt en mij en jou wegroept uit onze zelfgebouwde schijnzekerheden. Een God die afdaalt en mij en jou roept. Om in plaats van altijd maar te klimmen, ook zelf te leren af te dalen. Een God van onderweg die mij en jou uitnodigt om niet te verzanden, te blijven steken in vrome idealen en goede voornemens. Maar echt stappen te zetten on de richting van het goede leven. Deel met elkaar welke concrete stappen je tot nu toe hebt gezet in dit project rond het goede leven. Wat zou een concrete volgende stap kunnen zijn>