God heeft een voorkeur voor (open)gebroken mensen (Psalm 51)

(Psalm 51)

Psalm 51 is een indrukwekkende psalm. De manier waarop deze persoon het aandurft om naar binnen te kijken is van een ongewone pijnlijke en ongemakkelijke eerlijkheid. Als je de psalm leest is er iets in ons dat geneigd is te zeggen: nou, nou, til je er niet te zwaar aan op deze manier? We zijn en blijven toch ook gewoon mensen. Waar gehakt wordt vallen spaanders. Wat kun je meer doen dan je best? Kijk liever naar wat welk goed gaat in je leven. Niemand is perfect, toch?

Maar daar is deze psalm helemaal niet zo van. Er wordt op geen enkele manier toegedekt, afgezwakt, verzacht. Integendeel, de zonde en schuld wordt opengelegd, ontmaskert, aan het licht gebracht. Hier durft iemand het aan om met al zijn donkere plekken onbedekt, onbedekt, naakt dus te gaan staan in het volle licht van God. Hier ben ik Heer, dit is wie ik ben.Dit is het en anders niet.

En dat radikaal eerlijke en oprechte geeft ook aan zijn verlangen diepte. Dat verlangen gaat verder dan af te raken van dat ellendige drukkende schuldgevoel. Het gaat hem om meer dan een schone lei een frisse start en een nieuw begin. Zijn verlangen richt zich niet op de buitenkant of op de laag van gedrag of van gevoel. Hij steekt af naar zijn diepste kern en bidt om een zuiver hart, een vaste geest.

Maar ook dat is niet zijn diepste verlangen. Al zou hij een heel nieuw mens zijn geworden. En hij zou niet de aanwezigheid van God ervaren dan kon het hem allemaal gestolen worden. Heer, mag de vreugde van vroeger weer terugkeren? Die diepe vreugde van Uw nabijheid en zegen. Dat ik mag weten en ervaren dat uw Geest op mij rust. Hij verlangt naar herstel van de verbroken relatie met God. Wil weer vrienden zijn met God.

Dat gaat op zich al verder dan wij vanuit onszelf geneigd zijn te doen. Maar onze wenkbrauwen gaan pas echt omhoog als het hier niet stopt maar David nog een stap verder gaat. En we hem hier na alles wat er gebeurd is horen bidden:ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid. Dan zal ik overtreders uw wegen leren en zondaars zullen zich tot u bekeren. Heer open mijn lippen dan zal mijn mond Uw lof verkondigen.

Gaat dit niet te ver denk je bij jezelf. Ik bedoel: als je zulke brokken hebt gemaakt.Zo’n scheve schaats hebt gereden zoals David heeft gedaan met Batseba en Uria.Wees dan blij als je vergeving vindt. Als je er voor jezelf mee in het reine komt. En er weer iets van vrede en vreugde terugkeert in je bestaan en je weer met een schoon geweten voor Gods aangezicht kunt staan.

Meer zou je niet moeten willen David. Daar is toch te veel voor gebeurd. Een spindokter uit onze tijd zou zeggen: hou je voorlopig maar wat gedeisd David.Blijf onder de radar, gedraag je low-profile.Steek je nek niet te veel uit. Je bent nu toch aangeschoten wild. Je naam is aangetast, je positie verzwakt. Neem genoegen met een plek in de luwte. Op de achtergrond, bescheiden. En laat je de komende tijd zeker niet duidelijk uit over zaken die raken aan geloof en God en zo. Houd je wat die zaken beter wat op de vlakte. Want alles wat je na dit gedonder doet en zegt op dit terrein komt meteen in je eigen gezicht terug wordt zonder twijfel tegen je gebruikt.

Volgens onze menselijke logica zou David niet meer in het profiel passen. Hij is door het ijs gezakt, heeft gefaald. En heeft blijk gegeven van een integriteitsprobleem. Waar haalt David dan toch de vrijmoedigheid vandaan om ondanks alles wat hij heeft gedaan toch te vragen of hij vrijmoedig anderen Gods wegen mag leren.

Onze logica werkt zo niet. Mensen echt voluit een tweede kans geven dat brengen wij meestal niet op. Wij zeggen dan zoiets: het is dan wel vergeven maar vergeten kunnen we het natuurlijk niet. En vervolgens blijven we die ander tot in lengte van jaren bekijken en aanduiden als de man, de vrouw die ooit toen zus of zo heeft uitgespookt. Dat blijft altijd iemand met een luchtje. Daar zit iets heel ongenadigs in.

Maar deze psalm 51 hanteert een andere logica. Wij mensen vallen niet tegen en ook niet mee. Wij zijn van onszelf zo door en door aangetast door de zonde.Ons hart is zo onzuiver, onze geest zo onvast. Dat je van de mens altijd en overal het ergst kunt verwachten. En van de mens die op zijn eigen benen wil staan en put uit eigen inzichten en drijft op zaken als wilskracht, ambitie, geldingsdrang,fatsoen, plichtsbesef en de verwachtingen van anderen blijft een uiterst wankel en fragiel wezen. Zet zoiemand onder druk of breng hem of haar iun verleiding en hij/zij is tot alles in staat.

Pas wanneer iemand werkelijk de realiteit van de zonde ziet en niet langer heel druk is met het op houden van de schone schijn.De maskers laat zakken ja dan ontstaat er ruimte voor genade om haar werk te doen.De persoon die zelf aan den lijven heeft ontdekt dat hij vanuit zichzelf tot het ergste in staat is,is bij uitstek de meest geschikte kandidaat om God werkelijk te kunnen gaan dienen.

De Bijbel geeft daar heel wat voorbeelden van. Jakob leeft lange tijd in de modus van eigen kracht en eigen inzichten. Zijn leven hangt aan elkaar van sluwheid, list, bedrog en manipulatie. Tot hij door het nulpunt heen gaat en hij wordt stilgezet door God. Hij wordt geconfronteerd met het spoor dat hij in zijn leven heeft getrokken en met zijn manier van zijn. Wat is je naam, vraagt God hem. En hij moet het eerlijk bekennen. Mijn naam is Jakob, hielenlichter. En als Jakob op dat punt is, is hij klaar om een nieuwe naam te ontvangen: Israël, strijder van God. God raakt hem nog wel even aan bij de heup zodat Jakob de rest van zijn leven kreupel zal zijn. En zo bij iedere stap eraan herinnert zal worden aan wie hij van zichzelf is.

Mozes was een zelfbewuste Egyptische prins die eigenhandig dacht orde op zaken te stellen. Hij vermoordde een Egyptische opzichter en dacht zo zijn volk een dienst te bewijzen. Dat incident werd een kantelpunt in zijn leven. Hij moest vluchten en zou 40 jaar lang leven wonen en werken als schaapherder in de woestijn en zo tot God gevormd en gekneed worden. Alleen zo kon hij vriend van God kon worden en een man die grote impact had op zijn generatie.

Petrus stond bol van geldingsdrang en ambitie maar daarmee stond hij te vaak God en zichzelf in de weg. Tot hij volledig ondersteboven ging en zijn Heer driemaal verloochende. En juist die Petrus die zichzelf zo grondig had leren kennen werd door Jezus opnieuw en heel bewust in dienst genomen en was nu zeer bruikbaar materiaal. Weid mijn schapen Petrus, hoed mijn lammeren.

Paulus was een fanaticus die met een ongewone heftigheid een persoonlijke strijd voerde tegen volgelingen van Jezus. Tot Jezus hem stilzette bij de poorten van Damascus en hij van zijn paard viel en dagen lang geen hand meer voor ogen zag. En juist deze hulpeloze en uitgeschakelde Paulus werd machtig mooi materiaal in de hand van God. Hij is zich dat de rest van zijn leven ten volle bewust gebleven. En steeds opnieuw heeft hij het voor zichzelf zo beleefd: dat Gods kracht vooral wordt volbracht in zijn eigen zwakheid.

Jezus heeft deze diepe les samengevat in een oneliner toen hij zei: wie zijn leven zal zoeken te behouden die zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van mij juist die zal het behouden.

Begrijp me niet verkeerd. Dit is geen aansporing of vrijbrief om dan maar allerlei roekeloze wilde en riskante stappen te zetten. Want de gevolgen van zulke misstappen zijn vaak heel groot. Dat zien we pijnlijk duidelijk in Davids leven. Na zijn affaire met Batseba en de manier waarop hij afrekent met Uria zien we onder zijn zonen en dochters die patronen terugkomen van begeerte en seksueel misbruik tot afgunst, wrok en bloedvergieten. Tragisch, diep triest en met grote gevolgen voor anderen.

En toch zit er dankzij Gods genade ook een andere kant aan. We lezen in Romeinen 8 dat alle dingen meewerken ten goede voor degenen die God liefhebben. God kan alles wat je meemaakt, het mooie en ook het miserabele genadig gebruiken om je als pottenbakker te kneden en te vormen en te maken tot de mens die Hij in gedachten had. Je steeds meer zicht te geven op wie je van jezelf bent zodat je steeds meer gaat leven uit Gods kracht. En Hij steeds meer in ons gestalte kan krijgen en door ons heen zichtbaar kan worden in zijn wijsheid, ontferming, genade en kracht.

Ook dat zien we terug in Davids leven. Juist uit deze donkere bladzijden in Davids leven wordt straks Salomo geboren en langs die lijn later Jezus. Uit deze nare episode ontstaat ook deze indrukwekkende psalm die een enorme bemoediging is voor ieder mens die zichzelf de zondaar, de zonde is tegen gekomen. Wie met de scherven en brokstukken van zijn leven bij God komt zal dezelfde ervaring opdoen als David die verwoordt: het offer voor God is een gebroken geest,een gebroken en verbrijzeld hart zult u God niet verachten.

Afgelopen vrijdag heb ik de film Silence gezien. Het is een prachtige verfilming van het boek Stilte van de Japanse auteur Endo. Silence, stilte gaat over Jezuieten-priesters in het Japan van de 17e eeuw. Jonge christenen en de zendelingen worden daar hevig vervolgd.Vele Japanse christenen en ook Europese missionarissen sterven een marteldood.En nog meer van hen zweren onder dwang hun geloof in Christus openlijk af.

Een van de priesters wordt gedwongen zijn geloof af te zweren door met zijn voet te trappen op een koperen plaat met daarop het gezicht van Christus. Als de priester naar dat gezicht kijkt ziet hij een vermoeid mager en uitgeput gezicht vol mededogen waarvan de trekken uitgesleten zijn omdat talloos op dat gezicht hebben getrapt.En als de priester dan ook zelf op dat plankje trapt en zo vertrapt wat hij tot het mooiste en het heiligste had beschouwd van zijn leven,juist dan verbreekt het gezicht op de koperen plaat vol mededogen het zwijgen en zegt: trap maar, trap maar, ik ben in de wereld gekomen om door jullie vertrapt te worden. Ook deze pijn kan en wil ik dragen

Deze priester leert zichzelf kennen als een zwakkeling en ontdekt dat hij zo en ook alleen zo, in zijn zwakte kan horen bij een zwakke en lijdende Christus. In vroeger tijden had de priester vooral geloofd in Christus als overwinnaar. En had zijn geloof een wat triomfantelijk en gearriveerd tintje gehad. Daar is deze priester grondig van genezen. Hij verliest zijn oude robuuste gespierde geloof dat misschien ook wel erg vol was van zichzelf.Maar er komt een existentiële verbondenheid met Christus voor in de plaats die wie hij sindsdien anders, dieper bemint. Door wie Hij ondanks zijn eigen falen en zwakheid wordt bemind en gedragen.

De vraag die psalm 51 stel aan u jou mij is deze: steken wij vaak niet veel energie in het ophouden van de schone schijn. In het overeind houden van een bepaald beeld dat mensen zich van ons hebben gevormd. Het beeld van een goed gelovig mens die zichzelf en anderen niet wil tegenvallen.Zou het niet bevrijdend kunnen werken om in de lijn van deze psalm voor het eerst of opnieuw en dieper de radicale eerlijkheid te zoeken.Ons bestaan steeds meer en steeds dieper te laten doorlichten en doorgronden door het licht van Gods woord en Geest. Om dan vanuit die eerlijkheid en kwetsbaarheid minder op onze tenen te lopen.Minder onszelf te bewijzen.Minder onze stand op te houden.Zo ontdekken en ervaren we dat God een vreemde voorkeur heeft voor (open)gebroken mensen. Voor mensen met een barstje.


Presentatie: