Geen andere goden (Exodus 20,3)
(Exodus 19: 1-6; Exodus 20: 1-3; Jesaja 44: 6-8; Filippenzen 3: 7-17)
Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte uit de slavernij heeft bevrijd.Zo beginnen de beroemde tien geboden. De Israëlieten zijn inmiddels twee maanden weg uit Egypte. Ze zijn wonderlijk geleid door de Schelfzee. Er is brood uit de hemel gevallen, water uit de rots gesprongen. Ze hebben een overwinning geboekt op Amalek.En nu hebben zij hun kamp opgeslagen bij de Sinai. Hier wil de Heer met hen een verbond sluiten. Waarin wordt vastgelegd wie Hij wil zijn voor hen. En wat dat betekent voor hun levensstijl.
De Heer herinnert de Israëlieten er aan dat Hij het is die hen heeft bevrijd. We lazen dat in Ex. 19: Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij hebt gebracht. De Israëlieten hebben zelf niets bijgedragen aan hun bevrijding. Zij waren zelf niet op dat idee gekomen. Als het aan hen had gelegen zaten ze nog altijd vast in Egypte of waren ze er al weer lang en breed naar terug gekeerd.
De enige reden dat zij daar niet langer zijn is gelegen in het hart van God. Hij heeft het plan van bevrijding opgevat en uitgevoerd en hen dwars door alles heen gedragen. Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. Belangrijk om deze volgorde in de gaten te houden. God zegt niet: als jullie mij gehoorzamen en je gedragen dan zal ik jullie redden en bevrijden en dragen. Nee, het begint bij wat God heeft gedaan. Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. Ik heb mijn deel gedaan. Ik heb geluisterd naar de diepste verlangens van jullie hart. Ik heb je horen schreeuwen en huilen in Egypte. En ik ben naar jullie toegekomen. En nu vraag ik jullie om mijn liefde te beantwoorden. Als jullie dat van jullie kant doen dan zullen jullie voor mij een heel kostbaar bezit zijn. Dan zijn jullie mijn lievelingseigendommen, mijn kroonjuwelen.Dan delen jullie in mijn vreugde.
Jezus zou dat later precies zo zeggen in Johannes 15: Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, dan zal jullie vreugde volkomen zijn. Ik heb mijn deel gedaan, en als jullie daar nu van jullie kant op antwoorden dan krijgt mijn verbond, mijn vriendschap met jullie echt gestalte.Dan kan ik door jullie heen de hele wereld laten zien wie ik ben. Dan zullen jullie mijn priesters zijn in deze wereld. Jezus zegt later net zoiets: Jullie hebben mij niet uitgekozen maar ik jullie en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan. En vrucht te dragen, blijvende vrucht
Als dit duidelijk is, dat mijn leefregels niet een systeem zijn om mijn bevrijding en liefde te verdienen maar vooral een manier om op mijn bevrijding en liefde te antwoorden,mijn vriendschap en liefde te ervaren en uit leven. Dan kan het volgende gezegd worden: ‘Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden.’
Met andere goden gaat het in de Bijbel vaak mis. In hele periodes van hun weg met God bezwijken de Israëlieten voor de verleiding om naast God hun vertrouwen ook nog op andere goden te stellen. Gewoon voor de zekerheid, dan voelen ze zich veiliger, safer, meer ingedekt. Het hebben van andere goden berooft de Israëlieten van hun vreugde, hun vrede, hun vriendschap met God.Zijn de oorzaak voor magere jaren, donkere tijden, omzwervingen in de woestijn en jarenlange eenzame ballingschap.
Het probleem van het hebben van andere goden zit in het menselijke hart dat een soort van afgodenfabriek is. In Ezechiël 14,3 wordt van mensen gezegd: Zij koesteren hun afgoden, letterlijk staat er: Zij dragen hun afgoden in het hart. Zulke afgoden kunnen al die dingen zijn die we in ons leven te groot, te belangrijk maken,waar we van denken dat ze ons zin, zekerheid en blijvende vervulling zullen schenken.
Maarten Luther heeft over dit eerste gebod gezegd: ‘Dit eerste gebod is het probleem achter elk probleem, de zonde achter elke zonde.’ Bij iedere zondige handeling, gedachte of verlangen is er al iets mis met onze gehoorzaamheid aan dit eerste gebod. Omdat er op dat moment iets anders is dat voor ons belangrijker is geworden dan God.
Je hebt issues met tijd, je hebt eigenlijk non-stop veel te druk en je komt eigenlijk niet of nauwelijks toe aan wat echt van waarde is. Dan ligt daar dit probleem onder: dat je geen nee kunt zeggen en dus eigenlijk iets anders belangrijker vindt dan God: de waardering van andere mensen. Je vindt het belangrijker wat anderen van je vinden dan wat God van je vindt.
Je zou eigenlijk vrijgeviger willen zijn, gemakkelijke dingen weggeven, guller, royaler. Dan ligt daar dit probleem onder: je zoekt in deze onzekere, wisselvallige wereld een gevoel van zekerheid en veiligheid in je geld, je saldo, je buffers terwijl je die diepste zekerheid en veiligheid uiteindelijk alleen zult vinden in God.
Je vindt het moeilijk om echt eerlijk te zijn en de waarheid te spreken en draait er vaak om heen, je verstopt je, slikt in wat je wilt en moet zeggen.Je pot het op of zegt iets anders. Maar opnieuw maak je wat die ander van je vindt belangrijker dan wat God van je vindt. Heb je iets of iemand anders te belangrijk gemaakt en houd je er zo naast God andere goden op na.
De vraag is niet of we in ons leven andere goden hebben. De kwestie is meer: of we ze herkennen, in de gaten hebben. Hoe krijgen we andere goden op tijd in beeld? En: hoe kunnen we ze bij onszelf en elkaar ontmaskeren,ze in het licht brengen van de enige ware God zodat we zien dat het namaakgoden zijn die veel beloven maar niets daarvan waarmaken en ons at the end of the day achterlaten met een kater.
Een paar vragen kunnen helpen om onze andere goden in de smiezen te krijgen: Je andere god is wat je met je eenzaamheid doet. Waar gaan mijn gedachten als van zelf naar toe? Wat vult mijn bewustzijn als er niets anders is dat mijn aandacht vraagt? Wat vult mijn dagdromen, mijn fantasieën? Zijn er dingen waar ik aan denk om mijn hart te vullen met vreugde en vrede?
Je andere god is waar je geld in gaat zitten. Jezus zegt: waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. Geld rolt gemakkelijk in de richting van dat waar je hart te vol van is. Je bestedingspatroon onthult je andere goden.
Een derde punt om andere goden te ontmaskeren is jezelf af te vragen hoe je reageert op onbeantwoorde gebeden. Wat zijn de dingen waar je voor bidt en werkt en niet krijgt en waar je jezelf over opwindt en van binnen over verbitterd raakt? Jezelf aan ergert, of in paniek raakt of wanhopig bij voelt en waarmee je niet zomaar verder kunt of wilt?
En een vierde punt waarmee andere goden zich verraden is deze: waar zitten mijn meest onbeheersbare emoties? Mijn pijnlijkste gevoelens die zich aan mij lijken te hechten, en waardoor ik dingen doe die ik eigenlijk iet wil. Wat is het waar ik enorm boos over kan worden.Of heel angstig, paniekerig of wanhopig? Wat bezorgt me een abnormaal gevoel van schuld of schaamte? Is dat verbonden met iets dat te belangrijk voor me is. Iets dat ik per se en tot iedere prijs hebben moet? Waar maak ik me zo druk over? Is dat ene nu echt zo van levensbelang, zo onmisbaar, zo absoluut? Wie zich deze vragen durft te stellen en heftige emoties met wortel en al uit de grond trekt zal vaak zien dat er andere goden aan bungelen.
Het opsporen, ontmaskeren en opruimen van andere goden is een pijnlijk en proces waarbij je heel wat innerlijke weerstand moet overwinnen. Maar juist dat is de weg waarlangs God zijn zegen uitbreidt. Jakob ruimt bij Bethel andere goden op en er valt ontzag voor God op de omliggende steden en hij ontvangt een zegenende openbaring van God. (Gen. 35).Gideon moet eerst een afgodische paal omhakken daarna wordt hij door God gebruikt als bevrijder van zijn generatie. (rechters 6) Koning Asa verwijdert alle andere goden uit zijn land en onder zijn regering is er nooit meer oorlog en heerst al die tijd de vrede van God (2 Kron. 15) In Handelingen 19 verbranden mensen occulte boeken en daarna zet het woord van God krachtig door in dat gebied. Advent is van ouds een periode van zelfonderzoek van geestelijke reiniging, van opruimen van vreemde goden. Wat zijn de zaken die in uw leven mogen worden opgeruimd? Waar is de balans in leven momenteel echt zoek? Waar moet u nu toch echt dringend orde op zaken stellen? Kijk het in de ogen. Ontmasker het en pak het aan.
Advent is echter niet alleen een tijd om je af te wenden van anderen goden. Het is ook en vooral de tijd om je aandacht te verleggen. Want wat je aandacht geeft groeit. Advent is de tijd bij uitstek om je voor het eerst of weer opnieuw te richten op dat ene licht dat is ontstoken in Christus Jezus onze Heer. In Filippenzen 3 zien we hoe Paulus dit invult. Hij spoort alles op waar hij geneigd is teveel waarde aan te hechten. Laat dat alles heel beslist achter zich door het te zien in de juiste proporties.En hij concentreert zich heel bewust op dat ene waarvan hij diep van binnen weet dat dat zijn rustpunt is. Ik wil Christus kennen, één met Hem zijn. Delen in zijn lijden, de kracht van zijn opstanding ervaren. Ik vergeet wat achter me ligt, en richt me op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af, de hemelse prijs. Waartoe God mij door Jezus Christus roept.
John Newton, een bekende prediker en liedschrijver uit vroeger tijden heeft eens gezegd: ‘Eenvoudig het oog gericht houden op Christus als mijn vrede en mijn leven is voor mij verreweg het moeilijkste van mijn roeping.’Wie dit herkent, wie dit echt zo beleeft is op weg om zich te bevrijden van andere goden die ons kunnen beheersen.
Wij mogen ons van onze kant ernaar uitstrekken om ons hart te richten op Christus.In Hem onze diepste vrede, vreugde en vrijheid te vinden. Maar dat is alleen maar een reactie op wat Hij deed en doet. Het goede nieuws van advent is toch vooral dit. Wij hoeven daarvoor geen ladder te beklimmen. God daalt door zijn Geest af in ons menselijk bestaan, voorbij alle andere goeden allen bling-bling en schone schijn tot op de bodem van mijn bestaan, mijn innerlijk heiligdom. Daar ontsteekt hij het licht van Christus. Er is in dit leven veel in en om mij heen dat me triggert en aandacht vraagt.Maar niets van dat alles kan de leegte in mijn leven zo vervullen,de schreeuw in mijn leven zo stillen dan de vrede van Christus die al het andere ver te boven gaat. Lof zij Christus, onze hoop, onze vrede, ons leven.