Één van Geest
(Efeziërs 4:1-6)
Broeders, of ….
Onder Amerikaanse christenen doet de volgende grap de ronde. Een wandelaar zag onderweg iemand boven op een brug staan, klaar om er af te springen. Niet doen! Misschien kan ik je helpen, zei de wandelaar.
De man op de brug zei: hoe zou je me kunnen helpen? De wandelaar vroeg: ben jij een christen? Dat klopt, zei de man op de brug, ik ben een christen. Dat is prachtig, ik ook! Ben je katholiek of protestant? Protestant, zei de man op de brug. Das mooi, zei de wandelaar, ik ben ook protestant.
Wat ben jij voor soort protestant? Hoor je bij de Baptisten, de Methodisten, de Lutheranen, de Presbyterianen of bij een andere stroming? Baptist! Zei de man zonder aarzeling. Mijn hele leven al. Wow! Praise the Lord! Ik ook man, zei de wandelaar. En ben je van de Noordelijke baptisten of van de Zuidelijke baptisten? Ik ben van de Noordelijke Baptisten zei de man op de brug. Dat meen je niet, zei de wandelaar met een steeds groter wordende grijns. Je bent dus net als ik een noordelijke baptist!
Enne behoor je dan bij de Conservatieve Noordelijke Baptisten of bij de Liberale Noordelijke Baptisten? De man op de brug antwoordde: bij de Conservatieve Noordelijke Baptisten. Nou zeg, is dat niet amazing, dat ben ik ook zei de wandelaar. En hij deed een stapje in de richting van de man op de brug. Zeg, vertel eens, reken je jezelf tot de Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten of ben je van de Herstelde Conservatieve Noordelijke Baptisten? De man op de brug antwoordde: mijn vader heeft mij net als mijn broers en zussen opgevoed in de traditie van de Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten. Me too, riep de wandelaar die steeds meer opgewonden raakte. Is het niet a wonderful day, dat juist wij elkaar vandaag tegenkomen? Broeders van hetzelfde huis. En hij deed opnieuw een stapje in de richting van de man op de brugleuning. Amen! Zei de man die nog steeds op de brugleuning stond.
De wandelaar vroeg: Ben jij binnen de Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten of van het district Grote Meren, of van het district Grote vlakten? Nou dat is niet zo moeilijk? Bij ons thuis zijn we allemaal tot op de dag van vandaag, Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten, district Grote Meren. De wandelaar maakt opgewonden sprongen en zei: dit gebeurt me echt nooit, dat ik zomaar onderweg een broeder ontmoet die staat in dezelfde rijke traditie als ik! Very special! Vind je niet? En hij stak zijn hand uit naar de man op de brug. De man op de brug knikte en schudde zijn hand.
Het bleef even stil… totdat de wandelaar een laatste vraag stelde: Zeg, ben jij van de Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten District Grote Meren Synode 1855? Of toch meer van de Oorspronkelijke Noordelijke Conservatieve Baptisten District Grote Meren Synode 1872? De man op de brug zei zonder enige aarzeling: Sinds mijn overgrootvader is mijn familie altijd trouw geweest aan de Oorspronkelijke Conservatieve Noordelijke Baptisten, District Grote Meren Synode 1855! Wat? Jij ketter! riep de wandelaar. Hij deed een laatste stap naar voren, duwde de man van de brug af en vervolgde zijn wandeling…..
Verdeeldheid onder Jezus leerlingen
Verdeeldheid tussen christenen is van alle tijden. De leerlingen die Jezus op de voet volgden liepen soms enkele meters achter hem te bakkeleien over wie van hen de meeste zou zijn. Dat gedoe, dat geruzie, die verdeeldheid dat heeft Jezus altijd geraakt. Hij was er altijd op uit om een hechte gemeenschap te vormen van broers en zussen in het geloof. Hij zei: Ieder die de wil van mijn vader doet die is mijn broer, mijn zus en mijn moeder.
Gebed om eenheid
Hij sprak over één kudde, met één herder en zei: Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben
zoals ik jullie heb liefgehad. Net voor zijn sterven heeft hij gebeden: Laat alle gelovigen samen één zijn. Net zoals wij samen één zijn, Vader. En laat alle gelovigen ook één zijn met ons.
Apostelen
En diezelfde passie voor eenheid proeven we ook bij de apostelen. In de brieven die zij schreven aan de christengemeenten. Want in elk van die gemeenten is van tijd tot tijd sprake van spanning en verdeeldheid.
Verschillen
Er is gedoe tussen rekkelijken en preciezen. Over traditie en regels versus vrijheid. Er zit verschil in wereldbeeld. Sommigen zien deze wereld als boos, zondig en slecht. Als iets waar je je als christen verre van moet houden. Anderen genieten juist van alles wat in deze wereld mooi is en goed en zuiver.
Diensten
De één houdt van een samenkomst in orde en rust. Stijlvol, beheerst en tot in de puntjes voorbereid. Waarin alles gaat op de vertrouwde manier. Een ander verlangt juist naar vernieuwing, verrassing en wil meer ruimte voor spontaniteit, voor levendigheid en uitbundigheid.
Leiderschap
Je hebt christenen die houden van een sterke en dominante leider die weet hoe het zit en precies aangeeft wat er van je wordt verwacht. Andere christenen vinden het juist fijn als een leider niet zo stuurt, zodat er ruimte is om zelf na te denken en zelf handen en voeten te geven aan je geloof. Op een manier die dan ook echt past bij wie jij bent.
Dogmatische verschillen
Er zijn verschillen in de geloofsleer. Over hoe het nu precies zit met de menselijke en goddelijke natuur van Christus. Over de drie-eenheid, de vrije wil, de erfzonde, de goede werken, het avondmaal, de doop. Enz. enz.
Triviaal
En soms heeft de verdeeldheid gewoon ook te maken met al te menselijke zaken. Zoals geldingsdrang, eigenbelang, trots, macht, persoonlijke voorkeuren en dat soort zaken. Zo was het toen en zo is het nog steeds.
Paulus’ oproep
Paulus komt het allemaal tegen in de gemeenten die hij heeft gesticht. En soms loopt het zo de spuigaten uit dat hij besluit een brief te schrijven, waarin hij de mensen oproept om bij alle verschillen op allerlei gebied, zich niet te focussen op wat hen scheidt, maar meer op wat hen verbindt.
Efeziërs 4
En zo komen we bij onze lezing van vanmorgen: Span je in om de eenheid te bewaren die de Geest jullie geeft. Het is de Geest die het hele lichaam met al haar verschillende ledematen bezielt en vervult en tot één lichaam maakt. Hij verbindt al die verschillende mensen aan één Heer vanuit dat éne geloof. Door één doop. En zo zijn zij allen kinderen van één God die Vader is van allen. Die boven allen is, door allen en in allen.
God is één
Het geheim van onze eenheid is het geheim van de eenheid van God zelf. Het is de kern van de Joodse geloofsbelijdenis: hoor Israël, de Heer onze God, Hij is één. Hij is God uit één stuk, één en al genade, één en al liefde, één en al goedheid, één en al heiligheid, één en al rechtvaardigheid, één en al zuiverheid, één en al licht. In Hem is geen enkele tegenstrijdigheid. En in Hem is geen spoortje verdeeldheid. Hij is één, Hij is heel, Hij is ongedeeld.
Uitnodiging
Er is een heilige harmonie tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. U kent wellicht het boek ‘De uitnodiging’ van Paul Young . De hoofdpersoon Mack ontmoet ergens in een blokhut diep in een bos de drieenige God. Hij mag enkele dagen optrekken met de Vader, de Zoon en de Geest. En in die dagen is er iets dat hem diep ontroert. Hij proeft hoe goed zij het met elkaar hebben. Hoe zij met elkaar omgaan. Nog nooit heeft Mack zoiets meegemaakt. Hoe drie personen in zo’n eenvoud en schoonheid iets met elkaar delen. Ieder van hen schijnt zich meer om de ander te bekommeren dan om zichzelf. Mack stelt daar allerlei vragen over en ontdekt dat er tussen deze drie geen sprake is van macht, alleen maar van eenheid, ze zoeken voor elkaar het beste. Ze leven in een cirkel van liefde.
Heilige dans.
Elk van de drie cirkelt uit vrije wil om de andere twee, de Vader, de Zoon en de Geest. Ze vereren elkaar, beminnen elkaar, verheugen zich in elkaar in een voortdurende beweging van opening en aanvaarding. Omsluit ieder van hen de andere personen. Giet in hen verering uit en liefde en vreugde. Het heeft iets van een dynamische, pulserende dans. Een heilige zuivere dans van vreugde en liefde. En ze nodigen Mack uit om van die cirkel deel uit te maken. Te delen in de liefde, de vreugde, de vrijheid en het licht dat zij altijd al in zichzelf en met elkaar hebben gehad.
Mee dansen
Als je God als het centrum van je leven kiest, Hem dient en liefhebt om wie Hij is en vanuit die liefde ook de ander liefhebt en jezelf ook mag leren aanvaarden, dan ben je begonnen om mee te dansen. Dat is de reden waarom God ons heeft geschapen. Om deze heilige, zuivere harmonie en eenheid van liefde en goedheid, van vreugde en licht, uit te breiden en te delen met zijn schepselen. We zijn geschapen om mee te dansen. Om ons te laten opnemen in deze eenheid.
Rond de tafel
En vanmorgen mogen we van die eenheid iets proeven rond deze tafel van de Heer. Zo verschillend als we op allerlei manieren zijn toch ten diepste één in Hem. We weten ons vanmorgen ook één met al ons broers en zussen van Gods wereldwijde kerk. We weten ons ook diep verbonden met zij die ons zijn voorgegaan en al zijn thuis gekomen bij God.
Met z’n achten
Ik sprak pas met mijn zus over onze broer Gert die een jaar geleden overleed. Ze zei, weet je, als mensen me het afgelopen jaar soms vroegen hoeveel broers en zussen ik heb, dan heb ik een poosje gezegd: We zijn nu met zeven, eentje is overleden en dan moest ik dat hele verdrietige verhaal weer vertellen. Maar tegenwoordig zeg ik op die vraag: We zijn bij ons thuis met zijn achten, want onze Gert hoort er toch gewoon nog steeds bij? Hij is alleen op een andere plaats. En weet je, iedere keer als ik dat zeg dan voelt dat zo goed en zo waar: We zijn met zijn achten.
Voor zijn troon en hier beneden
Beste broers en zussen, laten we zo vanmorgen avondmaal vieren. We vieren onze wonderlijke eenheid. Opgenomen in Gods huisgezin van alle tijden en alle plaatsen, voor zijn troon en hier beneden: We zijn voor altijd verbonden in één lichaam, één Geest, één hoop, één Heer, één geloof, één doop, één God en één Vader die boven allen en door allen en in allen is.
Openbaring
En ik zag een onafzienbare menigte die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God met de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid. Amen.’