Een lichte last (Matteüs 11,30)
‘Mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Matteüs 11,30) luisterlied: Elly & Rikkert – Mijn juk is zacht)
Een vraag die wel eens bij me op komt is: is ons geloof er nu voor het leven, of leven we voor het geloof? Of, iets anders geformuleerd: draagt ons godsdienstig bezig zijn bij aan een goed leven en maakt het onze levensgang lichter? Of voelt bezig zijn met geloof als we heel eerlijk zijn toch eigenlijk meer aan als een last? Een last bovenop alle andere lasten die we toch al met ons meedragen.
Mensen die niet zoveel hebben met religie, met de kerk en met geloof hebben nog wel eens de indruk dat dat laatste vooral het geval is. Dat je zonder geloof vrijer bent en lichter leeft. Zij associëren christelijk geloof bepaald niet met levenskunst en ervaren christenen ook zeker niet als de meest lichtvoetige mensen. Of, zoals de filosoof Nietzsche eens opmerkte: christenen zien er meestal niet erg verlost uit.
Dat religie en godsdienst gemakkelijk een last wordt zag Jezus ook om zich heen gebeuren. Bij veel godsdienstige mensen proeft Jezus iets van wetticisme. Een focus op regels en verplichtingen die mensen elkaar van buitenaf opleggen. De lat wordt zo hoog gelegd dat je jezelf alleen nog maar kunt tegenvallen. Als geloof vooral dat is: proberen te voldoen aan verwachtingen, dan wordt geloven letterlijk en figuurlijk ‘last-ig’, belastend, een zware klus. Vandaar de vraag: is geloof er voor het leven of leven we voor het geloof, de godsdienst.
In de evangeliën spitst de discussie hierover zich vaak toe op de vraag: wat is nu wel of niet toegestaan op de sabbat. Sabbatsheiliging was één van de speerpunten van de Farizeeën en Schriftgeleerden. En wat hen mateloos kon irriteren was het feit dat Jezus veel minder rigide, minder spastisch omgaat met de manier waarop je zo’n rustdag invult. Hij verricht veel genezingen juist op de sabbat, en in onze lezing wandelt hij op sabbat ontspannen door de velden en plukken zijn leerlingen wat koren van het veld. Jezus haalt er zich de woede mee op de hals van de religieuze leiders en zegt dan: de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.En in Markus 2 voegt hij eraan toe: de sabbat is er voor de mens, niet de mens voor de sabbat.
Nu kun je met zo’n tekst gemakkelijk aan de haal gaan. Zeker als je zelf uit een wat wettisch klimaat komt. Je kunt dan alle regels overboord gooien en denken dat het in het volgen van Jezus vooral gaat om vrijheid, blijheid. Altijd lekker doen waar je zin in hebt, wat goed voelt. Met als levensmotto: tuurlijk, moet kunnen, toch? Toegepast op de invulling van de zondag gaat die dag al snel lijken op alle andere dagen.Wordt de dag alweer snel de zoveelste dag waarop je van alles gaat ondernemen en beleven. En de hoeveelheid prikkels net zo groot is als op andere dagen. Of dat je leven nu zoveel lichter maakt is nog maar zeer de vraag. Alle kans dat je met het badwater ook het kind weggooit.
Let erop dat Jezus zegt: de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat. Voor ons niet-Joden die niet de sabbat houden kun je in deze woorden horen: Jezus wil ook Heer zijn over de verhouding tussen werken en ontspannen. Dat is ook precies wat Jezus zegt in het slot van Matteüs 11. Als je vermoeid bent en onder lasten gebukt gaat, kom dan naar Mij, ik zal je rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij. Want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
Let erop dat deze uitspraak specifiek wordt geplaats in de context van godsdienstige lasten, moe zijn van religie. We komen deze woorden van Jezus alleen tegen bij Matteüs. Hij schrijft vooral voor gelovigen met een Joodse achtergrond. Zeer godsdienstige mensen, godsdienstige lastdragers die vaak kunnen tobben over de vraag: is het genoeg? Ben ik goed genoeg? Doorsta ik de toets van de kritiek? Of wordt het straks allemaal gewogen en te licht bevonden? Vragen die ook door uw en mijn hoofd en hart kunnen spoken. Is mijn gebedsleven intens genoeg? Kan mijn omgang met de Bijbel ermee door? Stelt mijn manier van christen zijn eigenlijk wel iets voor? Wat straal ik uit? Wat gaat er van mij uit? En vooral: hoe kijkt God naar mij?
En Jezus zegt tegen zulke godsdienstige lastdragers: neem mijn(!) juk op je. Let op: hij zegt dus niet: Zou je niet eens een(!) juk op je nemen. Nee, een juk dragen doe je sowieso al. Een juk dat je jezelf hebt opgelegd of waarmee je door anderen bent belast. You have got to serve somebody, zong Bob Dylan al.
Juist in onze tijd en in onze cultuur zijn heel wat mensen, ook jonge mensen, vermoeid en gaan ze onder lasten gebukt. Volgens de Belgische psychiaters Verhaeghe en De Wachter leven wij vandaag de dag in het Westen met ongezond hoge stresslevels. Niet alleen bij tegenslag of gevaar maar voor veel mensen altijd. We zijn managers van ons eigen geluk en zelfontplooiing en de lat leggen we zo hoog dat we er nooit echt klaar mee zijn. Mensen tussen de 35 en 44 worden door de Economist omschreven als ‘de generatie uitgeput’.Anderen zeggen dat het juist de twintigers zijn van nu die een hoog risico lopen op een burn-out. We hebben een manier van leven ontwikkeld waarin we onszelf en elkaar niet aanzetten tot zelfbeperking. Iemand merkt op: deze wereld lijkt nooit ‘nee’, ‘kan niet’ of ‘mag niet’ te zeggen, maar zij wakkert onze verlangens juist aan.’
En Jezus zegt: als je een juk draagt, draag dan het mijne. Het beeld dat Jezus hier gebruikt is goed gekozen. In die tijd werd een oudere ervaren os altijd gekoppeld aan een jongere os en samenliepen ze onder één juk. Zodat het ervaren dier het jongere beest kon leren hoe je je energie zo verdeelt, hoe je ritmes ontwikkelt waarmee je het ploegen langere tijd kunt volhouden en ook de hitte van de dag kunt doorstaan. Kijk zegt Jezus, als je onder lasten gebukt gaat en het moe bent om altijd maar te piekeren en te tobben. Als je ergens diep van binnen op zoek bent naar rust, naar een vorm van geloven die meer een lust is dan een last dan bied ik je aan om samen op te trekken.Samen onder één juk op weg te gaan. En rust te vinden.
Wat voor soort rust is dat eigenlijk, waar Jezus over spreekt? Nou niet een soort van ‘zen’ rust, een permanent feeling good.Het is ook niet een stoïcijnse rust waarmee je jezelf afschermt,je afstand bewaart, van alles uitfiltert en je onbewogen leeft. Welnee, we komen juist bij Jezus diepe emoties tegen. Hij kan buikpijn krijgen van ellende, in huilen uitbarsten. Hij kent het bloed, zweet en tranen van geestelijke strijd, hij kent heilige woede, maar ook intense vreugde.
Wat bedoelt Jezus dan als hij zegt dat hij ons juist wil leren wat rust is? De rust die hij zelf leeft en aanbiedt is van een heel eigen soort. Het is de innerlijke rust en stabiliteit van een nieuwe verhouding tot God. Waar het onzekere zwoegen, de angst of het wel genoeg is plaats maakt voor een leven vanuit de goedheid en genade van God.
Jezus verbindt zelf deze rust hier met zachtmoedig zijn en nederig. Dus niet egocentrisch, dominant, veeleisend, streberig, ambitieus. En dit is wat we in Jezus’ levenshouding proeven. Want hij ademt in zijn hele manier van zijn eigenlijk nooit stress uit, of overprikkeldheid of overbelasting. Hij heeft een innerlijke rust van waaruit hij ieder mens en iedere situatie alle aandacht kan geven die nodig is. Vanuit een innerlijke rust leert hij ook om te onderscheiden waar het in zijn leven op aankomt. Juist in de rust, in de stilte ontdekt hij zijn roeping.
In Markus 1 is hij ’s morgens eerst een poos in de rust, de stilte. Als er dan weer allerlei mensen op hem staan te wachten komen zijn leerlingen hem halen en verwachten ze dat hij gewoon weer aan alle verwachtingen gaat voldoen. Maar Jezus ziet scherp wat hem te doen staat. Hij stelt een grens, zegt niet altijd ja maar ook nee en zegt: het is nu tijd om verder te trekken. Ik moet ook op andere plekken zijn: want daarvoor ben ik uitgegaan. Juist in de rust vindt Jezus zichzelf. Ziet hij wie hij is en waartoe hij op aarde is. Van daaruit maakt hij heel gerichte keuzes. Weet hij waar hij ja tegen mag zeggen, en wanneer het een moment is om nee te zeggen. En wandelt hij in de goede werken die God specifiek voor hem heeft voorbereid. Kan hij zeggen in Johannes 4: mijn voedsel is dat ik de wil doe van hem die mij gezonden heeft en zijn werk volbreng. Dat is precies wat we in psalm 25 lezen en ook gezongen hebben: de Heer leert zachtmoedigen zijn weg.
In dit leven vanuit rust is Jezus ook echt een zoon van zijn Vader. Al in het scheppingsverhaal proeven we een atmosfeer van rust. Tussen het scheppen door neemt God regelmatig pauze. Iedere avond stopt hij, maakt hij een rondje langs zijn werk. Leunt hij even achterover en geniet hij. God raast niet altijd maar door maar weet van ophouden. We lezen al in het scheppingsverhaal: op de zevende dag heeft God zijn werk voltooid, want toen rustte Hij van het werk dat hij gedaan heeft.Let op: er staat niet: op de zesde dag was hij klaar, dus nam hij de zevende dag vrij. Het scheppingsproject omvat zeven dagen en voor God is de rust een integraal onderdeel van zijn werk. En die rust wordt door God met nadruk gezegend. Het Hebreeuwse woord voor deze rust is ‘sabbat’. Het betekent een diepe rust en vrede over je werk, over wat je doet, over wie je bent.
We leren al in het scheppingsverhaal dat je zo kunt leven dat je er sabbatsritmes in ontwikkelt. Dat je ook van ophouden weet, grenzen kent. De stopknop weet te vinden, de vliegtuigstand op je smartphone. Voorkomt dat je je 24/7 non stop van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds laat zo afbeult en uitslooft en jezelf zozeer voorbij rent dat je op de rustdag, de zondag helemaal tot niets meer komt. En eigenlijk alleen nog één ding wil: slapen. En geen puf meer hebt om het goede leven te vieren. Een heerlijke wandeling, een mooie film, een goed glas wijn en een gesprek over wat er echt toe doet.
Een juk is zacht als het je als gegoten zit, als het je past. Een last is licht als het berekend is op jouw draagkracht. Je je niet vertilt, jezelf niet overvraagt, niet boven je kunnen reikt. Jezus zegt: kom bij mij. Laat mij heer en meester zijn ook over je sabbat. Waar ben jij zo moe van, zo belast? Welke heren en meesters dien jij eigenlijk? Welke druk leg jij jezelf eigenlijk op? Van wie moet jij je eigenlijk zo op je tenen lopen? Hoe en waar is die permanente rusteloosheid deel van je levensstijl geworden? Voor wie doe je wat je doet? Welk juk draag je. Voor God hoeft het er in elk geval niet zo uit te zien. Hij is niet over-kritisch, overvragend, afwijzend, afkeurend, maar mild, vriendelijk, tegemoetkomend, welwillend. Geen reden dus voor gepieker en getob.
Als je vermoeid bent en onder lasten gebukt gaat. Kom dan naar Mij, ik zal je rust geven. Letterlijk staat er: ‘Ik zal je een “anapauzoo” geven. Dat spreekt mij aan. ‘Ik zal je pauze geven.’ Jezus zegt niet in de eerste plaats: doe dit, doe dat. Maar: kom naar mij. Het juk van Jezus is niet de zoveelste zware last. Het is niet: doe meer. Maar: doe minder. Het juk van jezus begon niet bij: doe dit voor mij dan hoor je erbij. Maar het begon bij wat Hij deed voor jou. Kom naar mij, ga eens zitten aan de voet van het kruis en wees stil. In het licht van alles wat Hij heeft gedragen, de last van mijn zonde en schuld, van menselijk lijden en nood is dat wat ik mag dragen met recht een lichte last, een zacht juk.
Henri Nouwen schrijft in één van zijn boekjes over dat het geheim van Jezus leven te vinden is in de stilte. En dan geeft hij ons, als volgelingen en vrienden van Jezus een goede raad mee: Zonder een dergelijke plek van rust is ons leven in gevaar. Ergens weten we dat onze woorden hun betekenis verliezen zonder de stilte van het zwijgen. Zonder luisteren kan ons spreken niet langer helen. Zonder distantie kan onze nabijheid niet heilzaam zijn. Zonder een moment van alleen zijnverwordt alles wat we doen snel tot een loos gebaar. Het zorgvuldige evenwicht tussen zwijgen en spreken, tussen afzondering en engagement, tussen afstand houden en nabij zijn, tussen alleen zijn en gemeenschap is de basis van ons leven als christen en verdient daarom onze zeer persoonlijke aandacht.