De vloer op! (Handelingen 16:6-15)
Introfilmpje: Ken je die van de glazenwasser?
Bijzonder wat deze man doet. Hij had het moment compleet kunnen missen door alleen dat raam schoon te maken en er niet doorheen te kijken. Hij had het kind ook kunnen zien en meteen weer wegkijken. Kunnen denken: geen fratsen nu, ik heb mijn werkschema en targets. Zorgen dat ik deze klus op tijd af heb. Maar hij maakt een andere keuze. Hij laat zich onderbreken in zijn routine. Hij ziet dat kind niet alleen. Hij kijkt het echt even in de ogen. Maakt contact en verbindt zich. Maakt daar echt even het verschil.
Een paar weken terug hadden we het in deze serie over twee levenshoudingen. De ene zou je kunnen omschrijven als leven volgens een vast script. Je bent dan geneigd je te laten leiden door vastomlijnde opvattingen, door vaste routines en patronen. In zo’n leven ligt al best veel vast. Je hebt een bepaald beeld gevormd van wie jezelf bent en hebt ook strakke opvattingen over je je hoort te gedragen en daarbinnen speelt zich je leven af. Zonder al te veel verassingen.
Je kunt ook op een wat meer open manier leven. We omschreven die manier als improviseren. Wat ontvankelijker, wat opener voor wie of wat er zich onverwachts aandient. Bij alles wat er vastligt en van je wordt verwacht probeer je ook open te blijven voor de verassing. Er is dan meer dan je werkschema, je to-do lijstje. Er is ook ruimte voor zoiets als intuïtie. Voor onverwachte impulsen, invallen of ingevingen. Waarin wellicht ook iets van God in aanwezig is. In Bijbeltaal heet dit: leven door de Geest
We lezen een stukje uit het Bijbelboek Handelingen. In dit stukje krijg je een inkijkje in hoe de eerste generatie christenen omging met de spanning tussen script en Geest. Het is een soort van reisverslag van leerlingen van Jezus die rondtrekken in het Middellandse zeegebied. Om hun geloof in Jezus met anderen te delen en ook om andere leerlingen van Jezus te coachen en te bemoedigen.
Schriftlezing: Handelingen 16:5-16
In deze verzen proef je iets van een script, een plan en tegelijk is er ook ruimte voor improvisatie. Ze hebben kennelijk zelf bepaalde reisdoelen voor ogen. Maar tot tweemaal toe lezen we hier dat de Geest van God daar een stokje voor stak. Hoe dat precies ging wordt in het midden gelaten. Misschien waren er issues met logistiek, of met gezondheid Misschien blokkeerde er iets bij hen vanbinnen, of was er een rechtstreekse ingeving?
Ze pikken in elk geval de signalen op en zo belanden ze uiteindelijk in Troas. Daar ziet Paulus s’ nachts een man die hem vanuit Macedonië om hulp roept. Het mooie is dat we daarna lezen: We maakten eruit op dat God ons geroepen had om naar de mensen in Macedonië te gaan. Belangrijk dat er over zoiets als een visioen de volgende morgen aan het ontbijt een open gesprek kan worden gevoerd. Dit is wat ik gezien heb, wat zou het betekenen? Hoe kijken jullie hiernaar? Dat is kwetsbaar en ook volwassen. Om niet impulsief iedere ingeving te volgen maar daarop te reflecteren met anderen.
Als je dan weer verder leest, blijkt aan de overzijde geen man op de kade te staan. Er zijn dan ook geen bijzondere ingevingen, En dan gebruiken deze mensen hun intuïtie en gezonde verstand. Op Sabbat gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier want we vermoeden dat daar een gebedsplaats was. Ze raken er in gesprek met een aantal vrouwen en uiteindelijk besluit een van hen, Lydia om ook Jezus te gaan volgen. Ze opent haar huis en zo ontstaat de eerste christengemeente in Europa. Het is ook een bevestiging dat ze er goed aan hebben gedaan juist naar deze regio te reizen. Het is een mooie houding de openheid voor bijzondere inzichten en ingevingen gecombineerd met onderling gesprek eigen inschattingen en intuïtie.
In het boek Handelingen zie je steeds dat leerlingen van Jezus leren improviseren. En er is dan van tijd tot tijd dat duwtje in de rug dat wordt omschreven als het spreken van de Geest. En die duwtjes zijn er vooral op momenten dat er iets doorbroken wordt. Leerlingen van Jezus een grens over moeten gaan. Fillipus krijgt dan specifiek het duwtje om in gesprek te gaan met een Afrikaanse passant. Ananias heeft zo’n impuls echt nodig om zijn angst te overwinnen en de beruchte christenhater Saulus op te zoeken en zelfs te gaan zegenen. En ook Petrus krijgt zo’n push van de Geest om als Jood de reinheidswetten aan de kant te zetten en de maaltijd te gebruiken met de niet-jood Cornelius. En het bijzondere is: steeds als deze leerlingen van Jezus gehoor geven aan zo’n ingeving, zo’n aanwijzing, dan gebeurt er echt iets en ontdekt die ander wie Jezus is.
Wat mij triggert in dit gedeelte in Handelingen 16 is dat de heilige Geest specifiek de Geest van Jezus wordt genoemd. Deze benaming herinnert ons er aan dat de Geest ons iets van Jezus levenshouding wil eigen maken. Juist bij Jezus zien we een prachtige combinatie van een doelgericht leven, met een duidelijke missie. En tegelijk de ruimte om zich te laten onderbreken zich te laten verrassen door onverwachte gebeurtenissen en ontmoetingen. En dat het juist vaak gebeurt in die onderbrekingen. Jezus was vervuld met de Geest van God en die Geest maakt hem steeds attent op het ene te midden van het vele. Jezus moest dat zelf ook echt leren. In een ontmoeting met een niet-Joodse vrouw lijkt hij zich te willen houden aan het script. Ik ben er voor de Joden. Je geeft het brood toch niet aan de honden? De vrouw houdt voet bij stuk en zegt: mogen honden niet eten van broodkruimels die van de tafel vallen? Kom op Jezus! Jezus is er perplex van en ontdekt dat de reikwijdte van de liefde nog groter is dan hij tot dat moment zag.
Zo’n leven door de Geest, improviseren botst in jezelf en om je heen wel met leven volgens een script. Je zou kunnen zeggen: wij zitten vol met script. Wat we aan do’s en don’ts hebben meegekregen door opvoeding, cultuur, religie, tijdgeest. Vooroordelen, stereotypen, grenzen en lijntjes die zich aan ons opdringen, subtiel of minder subtiel. Hoe het hoort, wat okay is en wat ongemakkelijk is. En de Geest is er vaak op uit om dat soort grenzen te doorbreken. Zodat er ruimte ontstaat voor iets nieuws.
We hebben die duwtjes dus vaak ook wel echt nodig want we zitten vol met script. Ons oordeel is nooit ver weg. En als we tegen het script in bewegen stuiten we op weerstand, bij onszelf en ook bij mensen om ons heen. Dat tegendraadse, dat dwarse, dat dwaze dat hoort echt bij Jezus en bij Hem volgen. Mensen van hokjes en vakjes kunnen hem niet volgen. Scherpslijpers en lijnentrekkers haken af. Steeds opnieuw keert hij onze indelingen en lijstjes ondersteboven en nodigt hij ons uit tot de speelsheid van een kind.
Hoeveel ruimte zit er in jou leven om je te laten onderbreken door het onverwachte. Sta je open voor een duwtje van de Geest? Ik had mijn momentje van de week bij de supermarkt. Er stond iemand bij de ingang met een straatkrant. Ik bedacht me in het voorbijgaan dat ik helemaal geen cash bij me had. En dus weinig voor hem kon doen. Halverwege de AH kwam de gedachte in me op om hem te vragen of ik iets voor hen kon meenemen. De man knikte enthousiast en zei: kip! En maakte met zijn handen een groot gebaar. Even overwoog ik om het te laten bij wat drumsticks maar de gebaren van de man brachten me er toch toe om toch maar de beste hele scharrelkip te kopen.
We raakten in gesprek. Het bleek een Bulgaar te zijn en zijn voornaam is George. Hij nam de kip dankbaar aan en greep de gelegenheid aan om uit te leggen dat hij net terug was uit Bulgarije en geen geld had om straatkranten in te kopen. Dat hij maar één krant bij zich had En dat hij met 15 euro geholpen was. 20 euro was ook goed. Prompt kwam er allerlei script bij me naar boven: Jaja, ik ben gekke Henkie niet. Zie je wel, bij die Roma’s is het nooit genoeg. Je geeft ze één vinger en… Het houdt ook ergens op toch? Aan die 15 euro mag een ander hem dan helpen. Zou ie echt kranten gaan kopen van die 15 euro? En meer van dat soort zinnen.
Ik wenste George een mooie dag. Zegende de kip alvast voor hem en nam afscheid. Op weg naar huis bedacht ik: fijn dat ik in elk geval dit voor hem kon doen. En ik bedacht: misschien had Jezus deze man ook wel die twee tientjes gegeven. Misschien ook wel het dubbele en hem bovendien uitgenodigd om samen een kop koffie te drinken en iets meer te horen van wie George eigenlijk is. Dat had deze ontmoeting voor hem misschien tot iets onvergetelijks gemaakt.
U kent wellicht het Tv-programma De vloer op. Bekende acteurs krijgen een korte instructie en improviseren ter plekke een toneelstuk in elkaar. Het levert vaak een interessant schouwspel op. Basisregel is dat je wat de ander doet of zegt niet blokkeert maar daarop in gaat, reageert. In theatertaal heet dat: je moet disponibel zijn. Beschikbaar, bereikbaar en open voor die ander. De vraag is: hoe bereikbaar, hoe disponibel zijn wij voor wie deze week echt even ons pad kruist. Zie ik hem, haar of mist ik de gelegenheid volledig omdat ik alweer naar een of ander schermpje zat te turen. Of weer eens veel te vast zat in het script? Durf ik me te laten onderbreken door dat onverwachte? Durf ik het script in me te laten doorbreken door de Geest. En de ander te beschouwen als een geschenk dat ik ontvang?
Het begint allemaal bij aandacht hebben. In 2010 zat de Servische kunstenaar Marina Abramovic drie maanden op een stoel in een museum in New York. Roerloos, acht uur, zonder eten, zonder drinken, zonder sanitaire stop. En als bezoeker werd je uitgenodigd om tegenover haar plaats te nemen zo kort of zo lang als je wilde. Er gebeurde daar ontzettend veel. Ik was daar in de maanden steeds 300% aanwezig voor iedereen die voor me kwam zitten. Vanaf het begin waren mensen in tranen. En ik ook. Mijn performance ‘The Artist is present’ was zo geliefd omdat ik mensen in de ogen keek en ze liefde gaf, dat zijn mensen niet meer gewend. Wat zou er gebeuren als wij af en toe zo’n 300% moment zouden hebben met iemand die we tegenkomen?
De zanger Ralph van Manen vertelde van de week in het ND over een mooie ervaring over disponibel zijn. Hij had een stormachtige carrière gehad in de jaren negentig in de christelijke muziekwereld en daar buiten. Het was een periode van veel druk, Sturm und Drang. Het ging allemaal eigenlijk te snel, veel druk op de ketel. Toen hij over de top was viel zijn band uiteen en kwam hij in rustiger vaarwater terecht. Tot hij met zijn oude muziekvrienden op vakantie was in Frankrijk. Ergens op een pleintje kwamen ze een straatmuzikant tegen met een gitaar. Ze besloten op een avond samen met de straatmuzikant liedjes te gaan spelen op het dorpsplein. Het plein stroomde vol en ze speelden tot diep in de nacht. Ze keken elkaar aan en vroegen zich af: waarom zijn we in hemelsnaam ooit gestopt? Gisteren hebben zij hun nieuwe project gestart. In de Basiliek in Veenendaal. Onder de prachtige naam: company of fools. Het begon allemaal met die zwerver met een gitaar. Daar op dat pleintje ergens in Frankrijk. Ze hadden er gewoon aan voorbij kunnen gaan. Maar ze waren disponibel, beschikbaar. En gingen er op in en er in mee. De vloer op.
We nemen nu een paar minuten voor reflectie en gebed. Wat heb je vanmorgen gehoord? Wat is in deze dienst mogelijk echt een boodschap voor jou? Wat mag jij specifiek meenemen deze nieuwe week in. Als verlangen, als intentie. Hoe ga jij deze week de vloer op. Laat daar je gedachten eens over gaan. Bespreek dat met God.
Luisterlied: United Pursuit – Head to the heart
Leestip: Michael Yaconelli – Een avontuurlijk geloof; Mark Hage – Spelenderwijs, Improvisatie, Jezus en je dagelijks leven, 2018