De Koning-Knecht

(Markus 11:1-11)

Er hangt rond Jezus een bepaalde eenzaamheid. Dat is ook wel te zien op dit schilderij, vind je niet? Deze gezichten staan weliswaar op één doek maar bevinden zich in verschillende werkelijkheden. De mensen op de achtergrond communiceren blijdschap, hoop en vooral verwachting. Op het gezicht van Jezus lees ik ernst en concentratie. De mensen op de achtergrond staan langs de zijlijn. De weg die Jezus gaat, gaat hij alleen.Ja er hangt rond Jezus iets van eenzaamheid.

Markus laat in zijn evangelie zien hoe die eenzaamheid van Jezus ontstaat en gaandeweg groter wordt. In het begin van Jezus optreden is van deze eenzaamheid rond Jezus nog niet zoveel te merken. Jezus verzamelt zijn leerlingen rond zich en samen met hen trekt hij rond door de noordelijke streken van Israël: Galilea. Hij onderwijst, Hij geneest, Hij bevrijdt.En bij dat alles betrekt Hij steeds zijn leerlingen. Jezus’ leerlingen zijn weliswaar regelmatig in verwarring maar met vallen en opstaan blijven ze Jezus toch volgen. Geven ze samen gestalte aan dezelfde missie en vormen ze een behoorlijk hechte leergemeenschap

In die gemeenschap van Jezus en zijn leerlingen komen de eerste scheuren als Jezus vanuit Galilea begint aan een reis in de richting van Jeruzalem. En onderweg begint Jezus uit te leggen wat hem in Jeruzalem te wachten staat. Dat de weg die hij zal gaan een weg is van heersen maar van dienen.Geen route naar de top maar een pad door een donker dal. En dat aan het einde van die weg er weliswaar een kroon op hem wacht, maar het zal een kroon zijn van doornen. En dat de troon die voor hem zal worden bereid een kruis zal zijn.

En daar willen de leerlingen van Jezus niet aan. De eerste keer gooit Petrus zich er voor: daar komt helemaal niets van in, Heer. Geen sprake van! En Jezus wijst Petrus dan scherp terecht. Jij denkt en kijkt te menselijk Petrus. Je denkt en kijkt niet zoals God denkt en kijkt. En als Jezus later nog een tweede en derde keer spreekt over de kruisweg die voor hem ligt dan is er niemand van zijn leerlingen die daar echt op in gaat. En in beide gevallen veranderen ze snel van onderwerp. En het is veelzeggend wat dat andere onderwerp dan is. De ene keer is dat de vraag wie van de leerlingen de grootste is. En de volgende keer is dat de kwestie wie links en rechts van Jezus mogen plaats nemen als zijn koninkrijk zal zijn gekomen.

Deze momenten maken een pijnlijk proces duidelijk. Jezus zelf ontdekt en aanvaardt met pijn en moeite zijn bestemming. Om te dienen en zichzelf en zijn eigen leven te geven voor de mensen.Om lief te hebben tot het einde toe en zo het hart van God meer dan ooit open te leggen voor alle mensen van alle tijden. Zo wordt Jezus steeds meer zichzelf en groeit hij in zijn rol als Redder van de wereld. Maar zijn leerlingen lijken zichzelf juist wat te verliezen door zich van deze ongemakkelijk werkelijkheid af te wenden en zich te richten op een soort van schijnwereld van hun eigen ambities en dromen en verlangens. En zo ontstaat er geleidelijk aan iets van een afstand tussen Jezus en zijn volgelingen en groeit de eenzaamheid die rond Jezus hangt.

Zeker in het derde en laatste deel van het evangelie zoals Markus dat vertelt. En, net als bij de andere evangelisten, begint dat deel met een impressie van Jezus’ intocht in Jeruzalem. Hij stuurt twee van zijn volgelingen vooruit en laat beslag leggen op een rijdier door de mensen eenvoudig mee te laten delen dat de Heer het nodig heeft. De mensen stellen het rijdier ter beschikking. Het is een dier dat nog nooit bereden is.Jezus volgelingen en de mensen langs de kant van de weg.Leggen hun kleren op de ezel en op de straten zoals men alleen voor een koning doet. Men zwaait met takken en verwelkomt Jezus enthousiast en roepen de bekende zegenspreuken. Gezegend bij die komt in de naam van de Heer. Hosanna. En gezegend het komende koninkrijk. En even krijg je de indruk dat ze nu toch eindelijk bij elkaar gaan komen.De belevingswereld van de leerlingen en de werkelijkheid waarin Jezus leeft. En lijkt Jezus dan toch eindelijk te beginnen aan een triomfantelijke en glorieuze intocht.

Maar als je wat beter bekijkt hoe Markus dit vertelt als je tussen de regels door leest. Dan valt je op dat er iets terughoudends, iets gedempts in zit. Zeker als je dit verslag legt naast dat van de andere evangelisten. Allerlei details die je bij anderen wel tegenkomt die heeft Markus bewust niet meegenomen. Hij vertelt het heel bewust op deze manier en niet anders en wil daar een eigen boodschap mee overdragen.

De mensen roepen niet: Kijk, je koning! Zie de zoon van David! Maar het blijft bij het veel algemenere: Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Johannes vertelt dat een grote menigte mensen uit de stad Jezus tegemoet trekt en verwelkomt. En volgens Mattheüs raakt de hele stad in rep en roer en zijn de straten gevuld met roepende kinderen. Maar het enige wat Markus vertelt is dat een kleine stoet van mensen.Jezus begeleidt vanaf de Olijfberg en deze kleine optocht van een handjevol mensen stopt bij de stadspoorten. En toen is Jezus met een klein groepje leerlingen naar de tempel gegaan en daar heeft de zaak geïnspecteerd. Als een koning voor wie de erewacht ontbreekt. En alleen Markus vertelt dat Jezus toen tegen de avond samen met zijn twaalf leerlingen de stad weer heeft verlaten en heeft overnacht buiten de stad in het dorpje Bethanië. En je krijgt zo de indruk dat de stad Jeruzalem volstrekt onbewogen heeft gereageerd op de komst van Jezus. Een intocht die veelbelovend begon, loopt uiteindelijk op niets uit. Jezus bestijgt geen troon en grijpt niet de macht maar verlaat diezelfde avond in het donker de stad die hem niet verwelkomt, niet omarmt, niet aanvaardt. Er is opnieuw voor Hem geen plaats onder de mensen en hij moet uitwijken naar buiten de stadspoort.

Lukas beschrijft dat Jezus zelf bij zijn intocht huilt over de stad en dat hij toen de ondergang van Jeruzalem heeft aangekondigd. En als onderweg de Farizeeën protesteren tegen zoveel Hosanna’s en zoveel gezwaai met palmtakken dan gaat Jezus volgens Lukas met hen in gesprek en zegt: als zij zouden zwijgen dan zouden de stenen het uitschreeuwen. Maar bij Markus zien we in heel dit gebeuren Jezus gehuld in stilzwijgen. Vanaf het moment dat hij vanaf de Olijfberg de ezel berijdt tot hij ’s avonds laat de stad weer verlaat komt er geen woord over zijn lippen.

En daarmee maakt juist ook deze intocht pijnlijk duidelijk dat er een afstand groeit tussen de ambities en verwachtingen van de leerlingen en de werkelijkheid zoals Jezus die voor zich ziet. Het Hosanna-geroep, de palmtakken, de klederen hoe oprecht het ook allemaal is bedoeld. Ze vertegenwoordigen toch iets van een schijnwereld die Jezus volgelingen voor zichzelf hebben gecreëerd. En is schril contrast daarmee is er de zwijgende figuur op een ezel. Die in stille waardigheid en met een verborgen majesteit en helemaal alleen die weg voor zich ziet liggen die hij zal gaan.

Dit verhaal over de intocht van Jezus legt een verschil open tussen de levenshouding van de leerlingen en de manier waarop we Jezus hier zijn weg zien gaan. De leerlingen zijn vervuld van hun eigen dromen en idealen en projecteren die vervolgens op Jezus en op God. En wat ze hopen is dat God hun een handje wil helpen en wat wil zegenen en zodat het hen zal lukken hun plannen te realiseren. Jezus daarentegen is niet bezig met zijn eigen projectje En ook niet met het voldoen aan de verwachtingen van zijn leerlingen. Jezus geeft zich over aan de wil van zijn vader en gaat daarmee de weg van gehoorzaamheid en overgave ook als dat helemaal indruist tegen zijn eigen vlees en bloed. Ook als daar een hoge prijs voor zal moeten worden betaald.

Het enthousiasme van Jezus leerlingen is al weer snel bekoeld. Als Jezus die avond laat langs diezelfde route de stad verlaat en is er nog maar zeer weinig over. Hooguit zal er hier of daar nog een palmtak hebben gelegen. Is het niet tekenend voor de vluchtigheid.Voor de oppervlakkigheid die we vaak hebben in de manier waarop we omgaan met geloof. Te vaak hebben we genoeg aan een goed gevoel. Een fijne dienst, een goed gesprek, een mooi lied. Het is ook zo weer vervlogen, verdwenen. En als we eerlijk zijn blijven we met dat alles te vaak langs de kant van de weg staan. En komt het er te vaak niet van om ook daadwerkelijk de weg van God te gaan. En heel praktisch en concreet te doen wat we zouden moeten doen.

Maar deze stille figuur op de ezel. Hij is niet een man van bevliegingen en impulsen. Hij belichaamt de diepe les die we in heel de Bijbel tegenkomen.Namelijk dat gehoorzaamheid beter is dan godsdienstigheid. Dat de weg van God gaan een zaak is van eenvoudige praktische gehoorzaamheid en trouwe volharding. Van incasseren en van vuile handen durven maken. Die weg is Hij voor ons gegaan in onze plaats, omdat wij dat niet opbrengen. Zo is hij heel bewust afgedaald in de diepste diepte van ons menselijk bestaan. Hij heeft daar alle gebrokenheid en verwondheid, alle eenzaamheid en minderwaardigheid, alle schaamte en schuld op zich genomen en geabsorbeerd. Hij heeft zich met dat alles op een wonderlijke manier vereenzelvigd en draagt het weg. Hij is op deze weg die weg ons ook voorgegaan. Om ons daarop mee te nemen en ons stap voor stap te leren om buiten onszelf voor de ander te leven. Om recht doen, en trouw betrachten en nederig te weg te gaan van je God.


Presentatie: