De aarde is van God (Psalm 24)
(Psalm 24 – video: All things reconciled – luisterlied: Maak ons hart onrustig Heer– zegen van Franciscus)
Er is een beroemde foto van de aarde gemaakt in 1990 door de ruimtesonde Voyager I op een afstand van 6 miljard kilometer. De foto laat zien hoe miniscuul klein de aarde is in verhouding tot de uitgestrektheid van het heelal. De foto kreeg als naam mee: a pale blue dot. Oftewel: een bleek blauw stipje. Dat wit-blauwe bolletje is niet meer dan een kleine knikker in een immens universum. Een universum waar we tot nu toe geen enkele andere planeet in hebben gevonden waarop mensen zouden kunnen wonen.
Uitgerekend op dit kleine wit-blauwe bolletje is er een dampkring die zo subtiel is samengesteld, uit precies de juiste verhouding zuurstof, stikstof en kooldioxide, dat wij mensen er kunnen leven. Nergens op deze kleine aardbol wijkt de temperatuur teveel af van een gemiddelde van twaalf graden die nodig is om plantaardig, dierlijk en menselijk leven mogelijk te maken.
Vandaag lezen we in psalm 24: Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft. God heeft deze aarde en alles wat erop leeft met veel liefde, kunde en aandacht gevormd en geschapen. Hij heeft er zijn ziel, zijn hart, zijn beeld in gelegd. Zoals Mozart zit in zijn pianoconcerten. Zoals je van Gogh ontmoet in zijn schilderijen, zo is Gods hart, Gods liefde verweven met deze aarde.
En toen heeft God deze hele kostbare schepping in handen gegeven van ons mensen om er zorg voor te dragen, haar te verzorgen, te koesteren. In onze tijd wordt steeds pijnlijker duidelijk dat we als mensen daar niet bijster goed in slagen. Vandaag verscheen een rapport van de VN Healthy planet, healthy people. (Gezonde planeet, gezonde mensen).Een soort total body-scan maar dan van de planeet. Iedere vier jaar wordt deze scan uitgevoerd. En de diagnose wordt iedere vier jaar verontrustender. De aarde is ziek. En de patiënt verkeert in kritieke toestand. Klimaatverandering bedreigt hele ecosystemen.De biodiversiteit holt achteruit. Grote gebieden dreigen onleefbaar te worden.Lucht en water zijn te zeer vervuild.Land verlies zijn vruchtbaarheid. De planeet moet echt een stuk gezonder worden.En dat kan nog, zeggen het VN-rapport, maar (en ik citeer TROUW): dan moet de hele wereld als de sodemieter aan de bak.
Waar het steeds op neerkomt is dit. We gebruiken de aarde als een enorme voorraadkast, waaruit we zoveel mogelijk naar onszelf toeschuiven. Als iedereen zou leven zoals de gemiddelde westerling, zou die voorraadkast veel te klein zijn. Als iedereen zou leven als de gemiddelde Nederlander zouden we minstens 3 ½ aardbol nodig hebben. We pakken wat we pakken kunnen, alsof de aarde van ons is.
De signalen dat het niet goed gaat met de aarde worden steeds indringender. Er zijn nogal altijd heel wat mensen die de signalen bagatelliseren. Een partij als Forum voor Democratie spint er garen bij. Baudet had het afgelopen zaterdag badinerend over een seculiere zondvloedmythe. Niet een erg gelukkig gekozen beeld. Want die zondvloed kwam er uiteindelijk wel. Maar wie wegkijkt van deze realiteit lijkt verdacht veel op die mensen op het bovendek van de Titanic. Het schip is op de ijsberg gebotst, het water stroomt al volop binnen maar heel wat mensen willen de dansvloer niet verlaten. Anderen proberen nog zoveel mogelijk van het buffet mee te pikken. En als ik me goed herinner is er ook een soort van muziekgroep die stug door blijft gaan met het spelen en zingen van fijne, geestelijke liederen terwijl intussen het schip begint te kapseizen. En de armere mensen op het onderdek verdrinken als ratten. En wij, rijke westerlingen, blijven onverstoorbaar ons dingetje doen: going Titanic First Class…
Ik las van de week het boek: het groene hart van het geloof. De schrijver Dave Bookless beschrijft het moment dat hij een soort van wakker werd geschud. Hij vierde met zijn gezin vakantie op een prachtig eiland. En op een avond was hij bezig met het weggooien van het huisafval van zijn gezin. Hij liep met twee volle vuilniszakken naar een container.En toen sprak God. Ik citeer: ‘ik had het gemakkelijk kunnen missen maar een innerlijke fluisterstem zei: Hoe denk je dat ik me voel, over wat jullie met mijn wereld doen? De vuilniszakken in mijn hand, precies dezelfde als de zakken die ik thuis altijd weggooide zonder erbij na te denken zagen er opeens anders uit en voelden anders aan. Ze symboliseerden mijn misbruik van Gods goede wereld. Mijn afgodische verering van hebzucht en plezier en mijn zelfzuchtige spilzucht. God sprak, de schepping zuchtte en mijn aanbidding zou nooit meer hetzelfde zijn.’ Een goede vriend die erg bezig is met duurzaamheid zei eens cynisch: we zouden eens wat vaker mogen zingen: create in me a green heart, o God.
Psalm 24 brengt het één in verband met het ander. Het besef dat de aarde en alles wat daar leeft van de Heer is. En wat dat besef, die overtuiging van ons vraagt. Het gaat over reine handen en een zuiver hart. Over een manier van leven waarbij de buitenkant en de binnenkant van ons leven rein, zuiver zijn. Integer. Niet besmet, bezoedeld door leugens, bedrog. Aan wie zo leeft met reine handen en een zuiver hart wordt zegen beloofd Zegen zal hij ontvangen van de Heer,recht verkrijgen van God zijn redder. (vers 5)
Tja, en als je jezelf een beetje kent, denk je: reine handen, een zuiver hart, Heer, dat red ik niet. Al helemaal niet als het gaat over hoe ik zorgdraag voor de aarde, de schepping die U aan mij toevertrouwd. Ik ben zo door en door deel van het hele vervuilende systeem en het is zo verdraaid lastig om mijn manier van leven, echt te vernieuwen, echt te veranderen en mijn voetafdruk blijvend lichter te maken. Zoveel compromissen, zoveel halfslachtigheid. Vuile handen Heer, die heb ik, en een hart vol onzuiverheid. Ik persoonlijk, wij als gemeenschap, als volk.
Vandaag moest ik denken aan woorden uit Jesaja 1 waar de Heer zegt: Wanneer jullie je handen opheffen wend ik mijn ogen af. Ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed. Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden. Ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad, en leer goed te doen. Biddag mag een dag zijn van verootmoediging, inkeer.
Psalm 24 houd ons een spiegel voor. Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft. Hij zegent wie vanuit dat besef op aarde leeft: met reine handen en een zuiver hart. En net als je denkt: dat is dus niet voor mij voegt de psalm eraan toe: dat valt hun ten deel die u zoeken,die zich tot u wenden, het volk van Jakob.
Dat is een bemoediging. Dat je niet eerst zelf je leven op orde moet hebben,niet alles eerst moet reinigen en zuiveren en pas dan mag hopen op de zegen van God. We mogen onze vuile handen en ons onzuivere hart bij God brengen en ons door hem laten reinigen en zuiveren. Het gaat om de richting waarin we proberen te leven. Het is een proces waarin we ons mogen oefenen. Zoeken is een realistisch woord. Het ligt allemaal niet zomaar voor het grijpen. Maar we mogen ons er wel naar uitstrekken erop gespitst zijn om te leren leven met eerbied voor de God van wie deze aarde is. Met reinere handen en een zuiverder hart.
Dat is het volk van Jakob, staat er nog bij. Er staat niet: dat is Israël. Israël staat voor de overwinningskant van ons leven. Jakob is de naam voor de rommelige realiteit van ons bestaan. Waar goed en kwaad, waarheid en leugen zonde en zuiverheid vaak door elkaar liggen, een ingewikkelde kluwen vormen. Jakob die er vaak een potje van maakte en desondanks zich ook bleef uitstrekken naar zegen. God trekt op met types als Jakob. Bemoedigend.
In psalm 24 wordt deze bemoediging versterkt door in de slotverzen de focus te leggen op God die onderweg is om zijn wereld binnen te treden. Om deze wereld te vernieuwen, te herstellen en tot haar voltooiing te gaan brengen. Hef, o poorten, uw hoofden omhoog.Verhef u, aloude ingangen.De koning vol majesteit wil binnengaan. (Vs. 7)
Nog even terug naar dat wit-blauwe bolletje. In een boek van de schrijver J.B. Philips leidt een oudere engel een jonge engel rond in het universum. Ze bekijken ronddraaiende melkwegstelsels en schitterende zonnen en zweven samen door de oneindige ruimte. Tot zij tenslotte aankomen in een bijzonder melkwegstelsel van vijf miljard sterren. Als zij dichterbij de planeet komen die wij zon noemen en bij de planeten die daarom heen draaien wijst de oudere engel op een kleine, nogal onbeduidende bol die heel langzaam om zijn as draait. Voor de kleine engel die nog helemaal is vervuld van de grootsheid en pracht van wat hij gezien heeft ziet deze kleine planeet er net zo saai uit als een vuile tennisbal. Ik wil dat je vooral deze goed bekijkt, zegt de oudere engel, terwijl hij met zijn vinger wijst naar die kleine bol. Wat is er eigenlijk zo bijzonder aan, vraagt de kleine engel. Hij is klein en erg vuil, een vijfderangs bolletje zou ik zeggen. Nou vergis je niet, vergeet het nooit meer zegt zijn mentor. Dit is de planeet waarop onze verheven en heerlijke vorst persoonlijk afdaalde en een van die schepsels werd die daar rondkruipen op de rondzwevende bol. Hij daalde af om hen te bezoeken met als doel ze te verhogen zodat ze zouden worden als Hijzelf. De kleine engel bleef nog een poos verbijsterd staren naar dat wit-blauwe bolletje dat daar langzaam om zijn as draaide.
Jezus bezocht niet alleen de planeet aarde om ons mensen te verlossen, te verheffen. Joh. 3,16 zegt: want God had de wereld (kosmos!) zo lief dat hij zijn enige zoon gegeven heeft. In Utrecht staat in een gevel een mooi beeld van Christus. Christus, die in zijn handen een aardbol vasthoudt. En het beeld heeft als titel: Christus, Salvator Mundi: Verlosser van de wereld. De Romeinse keizers lieten zich ooit graag Conservator Mundi noemen. Zij zagen het als hun taak de bestaande orde omhoog te houden. Christus is gekomen om alle dingen nieuw te maken. Er staat in het Grieks een woord dat ‘vernieuwd betekent. Vernieuwd, zodat het weer tot zijn doel komt. Deze kleine planeet aarde zal nooit ondergaan. Ze zal ooit overgaan, getransformeerd worden en door het vuur heen worden gereinigd. Voor deze kostbare schepping gaf Christus zijn leven. En Hij draagt ons als zijn volgelingen op Om met dezelfde liefde, toewijding en passie voor deze kostbare schepping te zorgen.
De Britse tak van de christelijke milieuorganisatie Arocha lanceerde ooit een campagne ‘Living Lightly 24:1.24:1staat voor psalm 24:1: Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft. Deze ene zin gaat zo scherp tegen onze cultuur in dat we ze in onze tijd eigenlijk iedere dag zouden moeten opzeggen. Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft. Deze ene zin heeft de potentie om ons hele leven te beinvloeden. Onze koopkeuzes, onze manieren van reizen, wat we eten etc. Van de HEER is immers ieder stukje van mijn leven. Je ziet wel eens iemand in een stadion of zo met een bord met daarop 3:16. Een verwijzing naar Johannes 3:16 waar je het evangelie vindt samengevat in één bijbelvers. In onze tijd zou 24:1 het kernvers mogen zijn wat ertoe doet. Woorden die in onze ziel gebeiteld zouden mogen zijn
De gedachte achter Living lightly en soortgelijke initiatieven van organisaties als Arocha en Micha is de volgende. Schuldgevoel werkt verlammend en maakt de wereld niet gezonder. Hoop op een nieuwe wereld is een veel sterkere drive. Living lightly, licht leven pleit voor het ontwikkelen van goede gewoontes. Sabbatsritmes op de schaal van een dag, een week, een maand, een jaar. Balans zoeken en scheppen tussen bezig zijn en rusten. Tijd nemen om bijvoorbeeld te koken met verse ingrediënten. Minder tijd online doorbrengen, investeren in goede gesprekken. Verbindingen maken tussen alle domeinen van mijn leven.
Naast goede gewoontes is de rol van gemeenschappen belangrijk. Onze gebroken wereld kan alleen worden geheeld als we muren afbreken en elkaar heel bewust helpen om in deze wereld het goede leven te zoeken en te leven. Wat zou het mooi zijn als Kruispunt in onze wijk en onze stad meer en meer bekend zou staan als een plaats waar je wordt ingewijd in het goede leven. Als een gemeenschap met een groen hart. Waar we ons samen houden aan leefregels die een zegen zijn voor de natuur, de aarde, de schepping. Waarin we heel bewust genieten van Gods schepping.
Een gemeenschap waar de hoop levend wordt gehouden.De hoop dat God in Christus de wereld heeft gered en vastbesloten is haar dwars door alles heen te vernieuwen en te voltooien. En dat wij net zo vastbesloten zijn om in dat proces Gods vrienden, partners en bondgenoten zijn. De schepping ziet reikhalzend uit naar zulke mensen.Naar het openbaar worden van de kinderen van God.