Barnabas de bemoediger (Handelingen 11,23)

‘En toen Barnabas daar gekomen was en de genade van God zag, werd hij verblijd en spoorde hij hen allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heer te blijven.’ (Handelingen 11,23 Herziene Statenvertaling)

Hoe kijk je naar de dingen, de situaties, de mensen die je tegenkomt? En welke woorden geef je eraan? Barnabas heeft daarin een heel eigen stijl.

In Handelingen 11 lezen hoe het christendom zich verspreidt vanuit Jeruzalem naar onder meer de stad Antiochië. Daar ontstaat een gemeenschap van gelovigen waaronder ook mensen met een niet-Joodse achtergrond. Deze geruchten bereiken de moedergemeente in Jeruzalem. Daar bevinden zich ook alle apostelen die zelf met Jezus zijn opgetrokken en door Hem zijn aangesteld. En vanuit het hoofdkwartier van de kerk wordt iemand naar Antiochië gestuurd om eens polshoogte te namen en te zien wat daar gaande is.

En de man die gestuurd wordt is Barnabas. Zelf is hij een Leviet, houdt zich strikt aan de wetten. En dan ziet hij daar in Antiochië voor het eerst van zijn leven niet-Joden, onbesnedenen, die zich laten dopen, die Jezus willen volgen, een gemeente vormen. Het ziet er allemaal zo anders uit, zo niet vertrouwd. En je kunt je helemaal voorstellen dat bij Barnabas alle alarmbellen afgaan.Dit is allemaal zo niet kosher, zo niet hoe hij het gewend is.. Hij had ze tot de orde kunnen roepen en uit kunnen leggen hoe we dat in Jeruzalem doen. Hij had kunnen wijzen op het hellend vlak. Jullie weten toch: van het een komt het ander en waar zal dit allemaal toch toe leiden.

Hij had op de formele tour kunnen gaan en kunnen vragen naar hun bevoegdheid en of ze nu echt denken dat dit allemaal maar zo kan zonder dat er notabene ook maar één apostel bij is? Hij had op zijn minst op de rem kunnen gaan staan.Jongens, het is allemaal prachtig natuurlijk, maar het gaat nu wel heel snel allemaal. Laten we even pas op de plaats maken. We benoemen in Jeruzalem een werkgroepje en jullie horen wel weer van ons

Wat we lezen is iets anders: en toen hij daar gekomen was en de genade van God zag, werd hij verblijd. Dat is iets wat Barnabas typeert. Dat hij door de dingen heen kan kijken en zien wat God in zijn genade aan het doen is. Dat is waar Barnabas een antenne voor heeft ontwikkeld. Om aan te voelen en op te merken waar God werkt. Barnabas leeft zelf van Gods genade en herkent het als hij daar iets van tegenkomt bij anderen. Gods genade opsporen, dat is waar hij blij van wordt.Dat is waar hij zijn energie uithaalt.

Je proeft bij Barnabas geen oordeel. Zijn eerste reflex is blijdschap om wat hij ziet en proeft. Er zal van alles op aan te merken zijn en ook op af te dingen en aan te verbeteren.Maar eerst en vooral wordt Barnabas gewoon blij.Omdat hij door de vormen heen de inhoud proef. Tussen de bijzaken de hoofdzaak ontwaart.Door al het menselijke heen het goddelijke ziet oplichten.

Het vraagt een geestelijk, geoefend hart om Gods genade op te sporen. Barnabas betekent eigenlijk letterlijk:zoon van de profetie. Hij heeft iets profetisch. Dat profetische zit in de blik waar hij mee waarneemt. En in de inschatting wat nu vooral nodig is. Te zien waar God aan het werk is en daarin bemoedigen, versterken, bekrachtigen.

Ja dat is eigenlijk vooral wie Barnabas is: een bemoediger. Eigenlijk heette hij Jozef, maar zijn bijnaam was Barnabas. Barnabas: dat betekent ook zoiets als zoon van de vertroosting. Barnabas is iemand die anderen moed geeft. Barnabas is iemand die anderen niet de maat neemt. Niet kleineert en wegduwt ten gunste van zichzelf.Hij laat anderen groeien, geeft hen ruimte.Stimuleert, investeert, coacht, bemoedigt.Zozeer dat hij er zelfs zijn bijnaam aan heeft te danken.

Toen Barnabas de genade van God zag, werd hij verblijd en spoorde hij hen allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heer te blijven. Hij brengt Paulus naar Antiochië en samen investeren zij tijd, aandacht en energie,onderwijs en gebed om dat te versterken

Wat God hier is begonnen te doen. Mooi dat Barnabas Paulus erbij betrekt. Paulus die al snel meer naam maakt dan Barnabas. Maar Barnabas heeft daar niet zoveel moeite mee. Geen rivaliteit, geen drang om zijn eigen territorium af te bakenen. Het gaat hem niet om een eigen koninkrijkje. Om zelf een naam op te bouwen, in de picture te zijn. Het gaat hem echt om geestelijke groei en als Paulus daarbij kan helpen, nodigt hij hem uit.

Kijk, dat Barnabas op deze geestelijke manier mensen en situaties benadert, dat is niet zozeer een kwestie van karakter. Er staat in vers 24 over deze Barnabas: hij was een goed man en vol van de heilige Geest en van geloof. Geestelijk kijken, geestelijk reageren, geestelijk spreken, is iets wat je leert op de school van de Heilige Geest. Die maakt je hart zacht, die scherpt je blik, die vormt je karakter en geeft je vrijmoedigheid om de dingen geestelijk te benoemen.

Na dat jaar zendt deze gemeente in Antiochië juist Barnabas en Paulus uit om ook elders te bouwen. En als ze later weer terugkomen in Antiochië lezen we in Handelingen 14:ze riepen ze gemeente bijeen en deden er verslag van wat voor grote dingen God met hen gedaan had. Barnabas ziet en herkent Gods werk en benoemt dat ook als zodanig. Ook als dat werk zich in zijn eigen leven afspeelt.

Misschien kunnen we ons eens spiegelen aan iemand als Barnabas. In hoeverre kijken wij op deze manier? Zijn wij in de ander op zoek naar sporen van genade? Kunnen wij ook oprecht blij zijn als we iets waarnemen van genade bij de ander? En: durven we dat dan ook als zodanig te benoemen?

We leven in een tijd van secularisatie waarin veel van wat te maken heeft met geloof en God wordt verdrongen naar de marge van de samenleving. Geloof wordt steeds meer gezien als iets wat thuishoort in de privesfeer.Het gevolg er van kan zijn dat je je ontwent om op een geestelijke manier naar de dingen te kijken en op een geestelijke wijze erover te spreken.

Wat zeg je tegen elkaar in de gemeente: Succes? Zet hem op? Of: zegen van God. Als je diep wordt aangesproken door woorden van God,zeg je: fijne dienst, mooie preek, wat een spreker is dat.Of: ik denk dat de Heer me vandaag iets wilde duidelijk maken. Hoe vertel je over je genezing? Wat kunnen ze tegenwoordig toch veel he? Ja, ik ben echt een bijtertje, mij krijgen ze niet klein.Of: het is de Heer die mij draagt, en heelt en geneest. Slaan we elkaar bemoedigend op de schouder of durven we ook eens de ander een hand op het hoofd om hem, haar te zegenen in de naam van Jezus? Zeg je tegen iemand die je de vrede van God brengt: bedankt voor je bezoek, een beetje aandacht doet goed. Of: ik heb in jou vandaag iets van Jezus gezien..

In deze dienst delen we tekenen van genade. En elk van deze verhalen kun je ook vertellen in een plat en werelds jargon in termen van:het zat mee, ik heb mazzel gehad, mooi opgeknapt Na regen komt ook altijd weer zonneschijn.Ben echt door de zure appel heen geloof ik.Maar wij zijn geroepen om tegen de vervlakking en verplatting intekenen te blijven oprichten die naar boven wijzen en ons niet te schamen om onze Heer in de hemel vrijmoedig en zonder géne de credits te geven voor wat Hij doet.

Deze wereld heeft en houdt Barnabassen nodig. Mensen in wie de Geest van God woont en werkt. Mensen die door de dingen heen kunnen kijken en zien waar God zijn werk aan het doen is. En die dat ook bij anderen opmerken, benoemen en versterken. Je bent een gezegend mens als je iets hebt van Barnabas. Dat als mensen jou ontmoeten en meemaken ze zich gezien voelen en gekend, bemoedigd, versterkt. En we zo bij elkaar verlangen oproepen om samen nog veel meer te gaan zien en meemaken van de genade en glorie van onze God.


Presentatie: